701 reden van bestaan hebben. Hiertoe slechts enkele voorbeelden Menig artillerist en genist zakte voor het toelatingsexamen. Aan genisten deden er in totaal zes examen voor de Krjjgsschool. Onder hen was er één, die tweemaal werd afgewezen en als wij ons niet vergissen één, die eerst de tweede maal werd toegelaten. Van de vier, die tot de lessen werden toegelaten kwam er één nimmer voor den generalen staf in aanmerking, één werd daarbij geplaatst en de beide anderen zullen daarvoor, volgens de algemeene overtuiging, te goeder tijd in aanmerking komen. Een zeker jaar kwamen er zes officieren van de Krijgsschool IIde afdeeling, hieronder een drietal artilleristen, waarvan er twee niet voor een plaatsing bij den generalen staf in aanmerking kwamen (dit viel toen af te leiden uit het feit, dat zij niet bij de verschillende wapens gedetaoheerd werden). Daarentegen hebben de drie bovenbedoelde genisten en bijv. de artillerist, die in 1898 naar de H. Krijgsschool vertrok, onder de best geslaagden behoord. Maar aangenomen dat, hetzij de door Kol. N. medegedeelde mee- ning der Indische autoriteiten, hetzij de meening van overste S. juist is, dan nog vragen wij, zou het thans gehuldigde beginsel wel aanbeveling verdienen. De verdeeling van het aantal plaatsen toch geeft geen waarborgen, dat de verschillende wapens in den gen. staf vertegenwoordigd worden in een gewenschte verhouding 1) en het is bovendien zeer quaestieus of er in ons klein stafkorps wel behoefte bestaat aan menschen, die het eigenaardige cachet dragen van het een of andere (wapen, welk dit ook zij. Is het dan niet veel meer in 's lands belang, dat werkelijk alleen de eersten van hen, die zich aanmelden, uitverkoren worden? Overste Staal heeft ons dan ook al eerbiedigen wjj zjjne op vatting—niet kunnen overtuigen. Wij blijven het wenschelijk achten, dat hoe eer hoe liever met het bestaande stelsel gebroken worde* Tarchus. X) Van de 12 stafoffioieren bovenbedoeld zijn er thans 9 afkomstig- van de infanterie en 3 van de artillerie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 173