DE MILITAIRE HIPPISCHE SPORTVEREEATGIAG TE RATATIA. Bij garnizoensnota van 22 Juni j.l. werd aan de officieren, te Batavia en Mr. Cornelia in garnizoen, bekend gemaakt, dat eenigen hunner het plan hadden opgevat eene vereeniging tot beoefening van terrein- en jachtrijden op te richten, en werden zij, die als lid van zulk eene vereeniging wenachten toe te treden, uitgenoodigd op Zaterdag den 24sten Juni d.a,v. dea avonda te 7 uur in de Militaire Sociëteit „Concordia" bijeen te komen tot nadere beapreking en uitwerking van dat plan. Aan die oproeping hadden 23 officieren gehoor gegeven; de com mandant in de Ist0 Militaire afdeeling op Java had laten weten, dat hij tot zijnen spijt niet ter vergadering tegenwoordig kon zijn, maar zijne volle ingenomenheid met het plan betuigd en waar mogelijk de vereeniging, zoo zij tot stand mocht komen, alle steun en mede werking zou verleenenook de plaatselijke commandant gaf door zijne tegenwoordigheid mede een blijk van belangstelling. De ritmeester, Jhr. L. D. C. de Lannoy, aan wien verzocht was de leiding der vergadering op zich te nemen, deelde met een kort inleidend woord mede, dat het bovenbedoelde plan was uitgegaan van de heeren Timmer en van Lith, beiden der artillerie, die ver meenden, dat aan de oprichting van eene vereeniging tot beoefening van Hippische sport te Batavia groote behoefte bestond. Zij hadden zijne hulp ingeroepen om dat plan verder uit te werken en te verwe zenlijken. Nadat door spreken het doel, waarover later meer, was uiteengezet, wees hij er op, dat voorheen vele vereenigingen en clubs van gelijken aard en strekking te Batavia hadden bestaan, doch ge woonlijk na zeer korten tijd weer ontbonden werden wegens gebrek aan animo. Hij somde verder tal van bezwaren op, waarmede der gelijke vereenigingen te kampen hebben, waaruit dus de gevolgtrek-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 174