705 van bespreking zullen tijdig ter kennis van de leden worden gebracht. Artikel 14. Ter bereiking van het in artikel 1 omschreven doel, zal er minstens «ens per maand gereden worden, terwijl andere Zondagen steeds een rendez-vous zal opgegeven worden, waardoor het in onderling gezel schap rijden bevorderd wordt. Uur van afrit en naam van den leider zullen steeds worden bekend gesteld. De keuze van het parcours voor den maandelijkschen rit zal in overleg met het bestuur bepaald worden. Bij eiken rit wordt de leiding aan een der leden opgedragendeze treedt dan als jagermeester op. Artikel 15. Behalve de gewone maandelijksche rit zullen er jaarlijks eenige bijzondere ritten van eenigszins grooteren omvang uitgeschreven worden. Artikel 16. Drie dagen vóór de oefening, dus op iederen Woensdag, geeft het bestuur kennis van de plaats van samenkomst (rendez-vous), van den aard van de oefening en wie daarbij als leider zal optreden. Artikel 17. Zij, die genegen zijn tot deze vereeniging toe te treden, worden verzocht daarvan kennis te geven aan den secretaris der vereeniging. Artikel 18. Paarden beneden de maat mogen niet bij de oefeningen gereden worden. Al moge dit reglement nog niet gearresteerd zijn in eene algemeene vergadering, de inhoud daarvan is van dien aard, dat men zeker mag verwachten, dat het voorloopig aan de te stellen eischen zal voldoen. Eene vereeniging als de onderwerpelijke behoeft, zoo lang zij niet als rechtspersoonlijkheid is erkend, geen reglement te bezitten, dat in alles uitmunt. Hare huishouding is zoo eenvoudig, dat men haast een reglement zou kunDen ontberen. Hoofdzaak is dat er gereden, flink en vlot gereden wordtzoolang de lust hiertoe zich bij de leden uit door algemeene deelneming aan de ritten, wordt het doel bereikt-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 177