716
Ik zei maar niets meer, waot 't is gevaarlijk je met recalcitrante
collega's af te geven. Maar toen ik na de rijsttafel indommelde, zag
ik te huizen in Soerabaia (kampement Grissee), op Magelang, Ma-
lang, Nesoeh, en toen die wegdoezelden, verschenen me weer die
pedaks voor oogeu. Op eens werd ik met een schreeuw wakker,
ik spartelde met handen en voeten tegen, ik droomde, dat ze me op
het Waterlooplein onder dak wilden brengen, en in mijn droom zag
ik 'thuis aan voor een gevangeniscel, en daar ik niets op mijn
geweten had, was mijn verzet ook zeer verklaarbaar.
Dank, geachte heer redacteur, voor de toezending van het Alge
meen Handelsblad van Zaterdag 6 Mei 1899, waarin een zekere
X8, een onbekende in het kubiek dus, of een kubieke onbekende,
zoo gezelligjes dik Hollandsch redeneert in „Indische omtrekken," en
tot de conclusie komt, dat hij mij even op de vingers moet tikken,
omdat ik in het Aprilnummer van dit Tijdschrift vertelde, dat de
Minister van Koloniën militairen onzin had verkondigd in de Kamer.
Dat die Excellentie daarom een „onzinnige" Minister zou zijn is een
conclusie, die ik geheel voor rekening van den kubieken laat.
Nu ter zake. Ik geef gaarne toe, dat 't van mijn kant voorzich
tiger ware geweest eerst de Handelingen te raadplegen, ofschoon
dat hier nog al eens bezwaren heeft. Ook vergete de kubieke niet,
dat als ik voor 1 April een causerie wil geplaatst zien, reeds den
156n Maart de copy moet geleverd zijn, en nu weet ik werkelijk niet
of toen reeds de Handelingen hier te lezen waren. Doch 't doet
er weinig toe.
Al staat 't er niet met zooveel woorden, ik had en ik heb nog de
overtuiging, dat die tirade van Z.E. wel degelijk zag op de invoe
ring van de nieuwe geweren maar zelfs al had ik dit mis, dan nog
blijft het gesprokene militaire onzin. Ik vraag te bewijzen, dat:
„waar vroeger een bataljon noodig was, nu een compagnie vol
doende is" enz. Gaat eens na, hoe wij tegenwoordig onze expedities
uitrusten op datzelfde Atjeh Dat de Gouverneur maar met een kleine
dekking wegwerkzaamheden ging inspecteeren, moet ook al dienen
om de meerdere waarde onzer troepen te bevestigen, is dat militaire
onzin of niet? En wanneer 't niet aan de geweren ligt, waaraan