717 ligt dan wèl die plotselinge stijging van de waarde onzer troepen Neen, Xs, dat het zelfvertrouwen bij onze troepen ia gestegen en in gelijke mate daalde bij den vjjand, kan niet duidelijk zijn voor een ieder, die de laatste drie jaar de gebeurtenissen op Atjeh met aan dacht volgde! Misschien wel, als je dat met een Gouwenaar in het hoofd van uit Holland doet, maar hier hoor je daar nog wel eens wat anders van. En die, om nu niet te veel van het geheugen te ver gen, de Pidiëzaken den laatsten tijd maar volgt, kan duidelijk zien, dat 't met het zelfvertrouwen van den vijand nu niet zoo heel slecht gesteld is. Yerder is uwe verdediging, X3, van 's Ministers woorden, zoo tegen den draad in, zoo niets rakend, dat ik wel geloof, dat de Minister reden heeft met Napoleon uit te roepen: Bewaar mij voor mijne vrienden, met mijn vijanden zal ik zelf wel afrekenen Gjj X3, vindt de uitdrukking militaire onzin pedant, ge vindt ook, dat men in Indië veel met groote woorden in het debat komt aan zetten. Ik heb 't land aan groote woorden, maar ik ben 't eens met de Fransche school, die wil, dat men als 't regent, zegt: „il pleut", en niets meer; dat is ook het duidelijkste, niet waar? Gjj hebt waarschijn lijk even hard 't land aan pedanterie als alle Hollanders, cela va sans dire mot, maar hoe vindt ge uw bloedeigen: eventjes op de vingers tikkenHè, niet een klein beetjewat? Juist, nu adieu dan. De lang bestaande instelling, het militaire spaarfonds, behoort ook al tot het verledene. Ik geloof, dat een der overwegingen was, dat men den man nu maar langzamerhand zelf moet leeren sparen. Nu, dat idee was nog zoo kwaad niet, 't wordt zeker langzamerhand tijd dat de soldaat zelf zijn belang gaat inzien. Maar, wanneer de Regeering den minderen militair daar nu werkelijk rijp voor acht, waarom dan niet den man geheel losgelaten op dat gebied, waarom dan nog altijd behouden het sparen bij de compagnie, waardoor de compagnies commandant de loopjongen wordt van zijn ondergeschikten: want is het bedrag gestort, dan kan die officier het geld naar de Postspaarbank brengen; er zullen voor dit sparen „steeds de noodige formulieren bij de compagnieën aanwezig zijn". Het maakt zoo licht den indruk, zooals de maatregel nu werd doorgevoerd, dat de Regeering wel af

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 189