MAR AANLEIDING VAN EEN ARTIKEL IN HET BATAVIAASCH NIEUWSBLAD. In het Bat. Nieuwsblad van 28 Juni is een artikel opgenomen, getiteld: „Met verlof wegens ziekte", dat ten zeerste onze aandacht heeft getrokken. Het behelst een woord van afscheid aan zooals de schrijver zich uitdrukt „een onzer bekende mannen, den luitenant kolonel Jhr. Graafland". Zooals wij reeds zeiden, trok dat met gloed geschreven artikel onze bjjzondere aandacht, niet alleen om zjjn inhoud, maar vooral ook, omdat wij in den schrijver een auto riteit meenden te herkennen, in wiens mond de ter nedergeschreven woorden voor ons leger een dubbele beteekenis verkrijgen. Het was dan ook niet met verwondering, dat wij dezer dagen van een jonger collega een schrijven ontvingen, het verzoek inhoudende om het bedoelde artikel in de kolommen van ons tijdschrift op te nemen. Wij vermeenen echter om redenen, waarvan de vermelding hier beter achterwege blijve, niet aan dat verzoek te moeten voldoen, al geven wij onzen jongeren kameraad gaarne de verzekering, dat hjj juist gezien heeft, toen hij vermoedde, dat ook wij Overste Graafland den hem in het bewuste artikel gegeven lof als eerlijk verdiend toerekenen. Wat wij echter wel wenschen te doen, dat is en wij hopen dat onze jongere vriend ons deze onbescheidenheid niet ten kwade zal duiden een gedeelte overnemen uit zijn met de kracht zijner over tuiging geschreven brief. Gaarne brengen wij hulde aan den geest, die spreekt uit de hieronder aangehaalde woorden. Duidelijk geven zij het ernstige streven weer, dat zich bij velen der jongeren open baart om hun krachten aan het welzijn van ons leger te wijden. Dat streven begroeten wij met vreugde, wij zien daarin een goed teeken en verwachten daarvan de verbetering van veel, dat in ons leger nog verbetering behoeft. t Dl. II, 1899. 48

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 191