722
Werkelijk, de hieronder opgenomen inhoud der voor ons liggende af
levering kan op zich zelf reeds een bewijs zijn, dat men het door de heeren
de Boer en Schuiling geredigeerde periodiek niet onvoldaan ter zijde
zal leggen.
Aflevering III bevat n. 1. de volgende opstellen:
Eenige opmerkingen omtrent de oudste geschiedenis van Egypte, door
D. van Hoytema.
Krijgsgeschiedkundige nasporingen, door J. E. Gleijsteen.
Koningin Louise van Pruisen, door J. B. Schepers.
De Nederlandsche Oesterteelt, door H. Zondervan.
De 4de sectie van het 7de Ned. Natuur- en geneeskundig congres (Haarlem
6-9 April) door R. Schuiling.
Historische varia (XV), door N. D. Doedes.
Revue der geographische tijdschriften, door N. H. Vlasveld en R.
Schuiling.
Mededeelingen.
Nieuwe uitgaven.
Bibliographie (geschiedenis en aardrijkskunde).
Alvorens van het Tijdschrift voor geschiedenis, land- en volkenkunde af te
stappen, willen wij er nog even op wijzen, dat een der redacteurs de
heer R. Schuiling in 1889 een zeer goed geschreven werk over Ne-
derland's koloniën het licht deed zien (Nederland tusschen de tropen.
Aardrijkskunde onzer koloniën in Oost en West), terwijl wij verder
meer in het bijzonder de aandacht willen vestigen op het artikel van
onzen Nederlandschen collega, den lsten Luitenant J. E. Öleijsteen. De
heer Öleijsteen roept de belangstelling in voor het krijgsgeschiedkundig
archief, dat, aanvankelijk op weinig waardeering en medewerking kun
nende bogen, onder de deskundige leiding van den kolonel F. de Bas
en de hem toegevoegde officieren meer en meer populair begint te worden
en reeds op belangrijke resultaten kan wijzen.
Moge de Indische regeering en het Indische legerbestuur spoedig het
nut van een methodisch archiefonderzoek op krijgsgeschiedkundig gebied
inzien. Wellicht zou de thans met verlof in Nederland vertoevende
schrijver van den Java-Oorlog, die door zijn studiewerk getoond heeft
ten volle voor archiefonderzoek berekend te zijn, wel genegen zijn de
leiding der werkzaamheden op zich te nemen. Hij zou dan nu reeds
zijn onderzoekingen op het Dep. van Koloniën in den Haag kunnen
aanvangen. Red.
TER AANKONDIGING ONTVANGEN:
Het verslag over 1898 van het Museum en de School voor kunst
nijverheid te Haarlem.