724 worden in den zak en gevouwen naar het gebruik, zij sleten en scheurden vooral niet af bij de randen en hoeken van de afgesneden vakken. Zou er bezwaar tegen bestaan die linnen kaarten meer algemeen voor mi litair gebruik in te voeren? Si Anoe. Schoonmaak en inspectie. Wat is het doel, wat het middel? Schoon houden of inspectie? 99 tegen 1 dat een militair zonder aarzelen ant woordt: inspectie is het doel, schoonhouden het middel. En toch moet het omgekeerd wezen. Ik geloof, dat het doel beter bereikt kan worden dan thans het geval is. Een voormiddag in de week worde als regel aan het schoonmaken gegeven, voor zoover noodig worde dan gewasschen, geschrobt, geboend, geteerd, gewit, gepoetst aan kleeding, wapens, ledergoed, worden rust kamer en magazijnen uitgehaald, kaartjes vernieuwd, tuinen en wegen geordend. Alles onder toezicht van het kader. De officier van de week of de pelotonscommandanten beslissen over het tijdstip van beëindiging. Die schoonmaakdag valle midden in de week, dat is beter dan thans, nu na 5 uitrukdagen 2 dagen van thuisblijven volgen. Als dan éénmaal in de maand eene inspectie van de pelotonscom mandanten over de details, en éénmaal in het kwartaal van den compagnies commandant plaats heeft, zal dat voldoende zijn. De bataljonscom mandant heeft met gepoetste gespen en ontbrekende knoopjes slechts in zoover te maken, dat hij overtuigd moet blijven van de strijd- en slag vaardigheid van zijn korps. Daartoe neme hij nu en dan eene mobi- lisatieproef, houde inspectie over een uitgerukten troep, houde zelfs een enkelen keer inspectie over eene compagnie, daags nadat zulks door den compagniescommandant heeft plaats gehad, als hij reden heeft om minder nauwgezetheid te onderstellen, maar ook dan worde „het geheel" beoordeeld en niet over een hangenden knoop bij Jan en een spatje bij Piet gevallen; toevalligheden vallen buiten de aanmerkingen van den korpscom mandant bljjvende en algemeene tekortkomingen moeten ernstig bestreden worden. De nota van aanmerkingen, 1 tot en met 30, worde vervangen door 1 a 2 conclusien uit de gemaakte opmerkingen, zoowel ten goede als ten kwade. Si Anoe. Schrijfomhaal. Een luitenant (laat ons zeggen) te Padang Pandjang wenscht 25 gulden per maand te delegeeren aan zijne zuster in Nederland. Hij maakt eene volmacht op en voorziet deze van zijne handteekening (No. 1), welke gelegaliseerd moet worden door den plaatselijk militairen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 196