729
5. Om den afstand van twee torens A en B, die Oost-en Westwaarts
van elkaar liggen, te berekenen, worden 2 baken C en D ten Zuiden der
beide torens 700 M van elkander opgericht. Nu wordt gemeten, dat
ADC 46° 30', Z ADB 73° 12', Z ACB 6945en Z BC D
35° 10' is. Hoe groot is de afstand der beide torens? 1 uur.
STELKUNST.
1. Tusschen elke twee termen der meetkundige reeks
1 _i2, 16, 128
256 32 4
worden twee termen ingelascht; bereken de som der termen van de
nieuwe reeks. 1/J uur.
2. De waarde van x te vinden uit de vergelijking:
b 1 c
ai uur
b*_ i b*-i
3. Bereken de waarde van x uit de vergelijking:
3 2 3
(a. b cd)
V (a li c d)
als ar=7.35, b 4.721, c=r2.8 en d 0.75
De opgegeven waarde van x behoort vooraf zooveel mogelijk geschikt
gemaakt te worden voor het gebruik van logarithmen. 3/4 uur.
4. Uit P. vertrekken 3 personen naar Q. A vertrekt om 12 uur;
B, die 1/a K.M. per uur meer aflegt dan A, vertrekt om 12 minuten
voor 1 uur; en C, die 0.4 K.M. per uur meer vordert dan B, vertrekt
om 1 uur 20 minuten. Allen komen gelijktijdig aan.
Hoe ver ligt P van Q en hoeveel legt A per uur af? 3/4 uur.
5. Yan welke evenredigheid is het product der uiterste termen 30,
de som der termen 30 en de som hunner tweede machten 338?
3/4 uur.
BESCHRIJVENDE MEETKUNST.
1. Door een gegeven punt eene lijn te trekken, die met het verticale
vlak een gegeven hoek maakt en evenwijdig is aan een willekeurig
gegeven vlak. uur.
2. Door een gegeven punt eene lijn te trekken, die twee elkander
kruisende lijnen snijdt. '/s uur.
LANDMETEN en WATERPASSEN.
I. Instrumenten [schriftelijk].
1. Beschrijf het oculair van Ramsden en dat van Huijgens en welk
verschil bestaat er tusschen het richten met een kijker voorzien van het
eerste en het richten met een kijker voorzien van het tweede oculair?
Va uur.