548 model kan worden vastgesteld. Aan oppassende militairen kan worden ▼ergund buiten dienst buitenmodel hoofddoeken en sarongs te dragen. Ter bevestiging van de sarong, denk ik mij een gordel van zeer soepel leer met zwarten gesp. Behalve de 5 patronen, die zich steeds in het geweer bevinden, kunnen onder de wapens nog in drie zakjes, buiten op den gordel bevestigd, 15 patronen worden geborgen. Het korte buis en de lange pantalon, die beide in dienst alleen bij appels en dergelijke worden gedragen, kunnen van eene eenvoudige, donkere stof vervaardigd worden, b. v. van het tegenwoordige serge. Buis en pantalon moeten ook dezelfde kleur hebben. Als versiering lijkt mij aan weerszijden één rij platte koperen knoopen voldoende. Het hemd moet zeer soepel wezen, zeer ruim en makkelijk zitten en van eene warme, wollige stof vervaardigd zijn. Het heeft een lig- genden kraag, die opgezet kan worden en lange mouwen met sluiting om de pols. Bij groot tenue, met het open gedragen buis dus, zou eene zwarte slipdas gedragen onder den kraag van het hemd en neerhan gend met lange slippen, zeer goed voldoen. De korte pantalon moet van eene zeer sterke en snel drogende stof vervaardigd zijnwaarschijnlijk zou kakhi drill zich hiervoor uit stekend leenen. De tegenwoordige slobkousen voldoen goed. De schoenen moeten zeer licht en toch zoo sterk mogelijk zijn. Een lage schoen van zeildoek met leeren zool en rondom beneden een leeren belegsel zou waarschijnlijk het best voldoen. Hoewel deze schoenen minder sterk zullen zijn dan de tegenwoordige modelschoenen, die voor een inlander te plomp en te zwaar zijD, zal toch de draagtijd niet veel verschillen, daar zij alleen onder de wapens worden gedragen. Omdat zij uitsluitend in vereeniging met slob kousen gebezigd worden, zijn lage schoenen zeer voldoende. Het zal wel opgevallen zijn, dat boven voor alle diensten onder de wapens één tenue is aangenomen, dus niet zooals thans een exercitie- en marschtenue en dan nog groot tenue onder de wapens, In de kleeding, waarin een man in het garnizoen gewoon is zijne wapens te hanteeren, moet hij ook op marsch en te velde gekleed zijn. Juist dè,n is het zaak, dat hij geen hinder heeft van zijne kleeding. Daarom ook moet de man in het garnizoen onder de wapens hetzelfde aantal patronen, op dezelfde wijze opgeborgen, bjj

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 20