735 over, doch aan de algemeene verantwoordelijkheid van den compagnies commandant doet zulks toch weinig te kort. Volgens art. 17 en §3 van het Bijvoegsel zijner Instructie is hij voorts de betaalmeester van zijne compagnie en wordt hem als zoo danig een voorschot te goeder rekening verstrekt, berekend naar de vermoedelijke behoefte over 14 dagen [art. 18]. Behalve die gelden heeft hij nog onder zijn beheer, een gedeelte der bespaarde gelden, de gelden, toegestaan voor het uitkeeren van kleine premiën bij het schieten, voor de veldoefeningen op kleine i schaal, voor temin ontvangen vivres en meerdere kleine fondsen, teza men een beheer en eene geldelijke verantwoordelijkheid uitmakende, welke, vooral bij eene compagnie van een depotbataljon, niet gering geacht mogen worden. De sergeant-majoor is belast met de administratieve werkzaamheden bij de compagnie (art. 12 van het Reglement op den Inwendigen Dienst bij de Infanterie), in hoofdzaak bestaande in het behoorljjk bijhouden der administratie-, uitbetalings- en reparatieboeken, de stam- en strafhoeken en overige bij evengenoemd reglement en andere voorschriften aangegeven registers, staten en periodieken. Door menigvuldige mutaties als anderszins, verkrijgt deze adminis tratie dikwijls zulk een omvang, dat de hulp van den fourier (art. 11 R. I. D.) onvoldoende is om de vereischte bescheiden en verant woordingstukken naar behooren en tijdig te kunnen opmaken en meermalen moet daarvoor over een of meer geschikte onderoffi cieren of korporaals van de compagnie worden beschikt. Het ligt voor de hand, dat onder die omstandigheden, het waken voor den geregeldeo gang van den dienst en voor de orde en krijgs tucht bij de compagnie, waarvan sprake is in de tweede alinea van t art. 12 van voornoemd Reglement, in niet geringe mate lijdt. Behalve dat, tengevolge van het assisteeren bij de administratieve werkzaamheden, geschikte onderofficieren en korporaals dikwijls aan de exercitiën en het toezicht op hunne onderhebbenden worden ont trokken, zal ook het deelnemen aan de oefeningen van de compagnie, voor den sergeant-majoor en den fourier meer uitzondering dan regel zijn. Met het beheer der hem toevertrouwde gelden, het voeren van cor respondentie, het nagaan van overgangsstukken, ontvangst- en inleve-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 215