549
zich hebben als te velde, en moeten de exercitiepatronen niet alleen
denzelfden vorm, maar ook hetzelfde gewicht hebben als de scherpe
patronen.
Het spreekt vanzelf, dat ik den ransel geheel afgeschaft wensch
te zien. Yervalt ook de kleediDgtasch en wordt een eenvoudig
houten kistje verstrekt ter opberging van kleeding enz., dan zullen
in totaal zoowel de kosten van aanschaffing van kleeding en uitrus
ting, als de onderhoudskosten verminderen.
Yoor inlanders, waarvan hier alleen sprake is, zou ik zeer zeker
het geweer door eene veel lichtere karabijn vervangen willen zien,
doch deze eisch is, onmiddellijk na de invoering der nieuwe bewa
pening, practisch niet wel uitvoerbaar. Maar een andere eisch, die
ik bepaald dringend acht, is wel vatbaar voor inwilliging.
De inlander leert nooit vertrouwen stellen in een stootwapen als
de bajonet, met een houwwapen daarentegen heeft hij reeds in zijne
jeugd leeren omgaan en na een weinig oefening, wordt het in zijne
handen een geducht wapen, waarmede hij een ieder te lijf durft.
Men schaffe voor hem de bajonet af, waardoor het vuurwapen
lichter wordt en geve hem als houwwapen eene niet te zware kle
wang van handigen vorm. Dit wapen, in eene lichte houten of leeren
scheede, kan eenvoudig in den gordel worden gestoken. De veld-
flesch, van aluminium, kan aan den gordel worden gehangen. De
sprei moet niet en bandoulière gedragen worden, doch b. v. recht
hoekig opgevouwen op den rug, van boven met haak en oog (of lus
en knoop) op de schouders bevestigd, beneden opgesloten door den
gordel. Als in de sprei vier houders met patronen worden gevou
wen, dan heeft de man veertig patronen bij zich, waarvan twintig
dadelijk bjj de hand, wat zeer zeker voldoende is. In bijzondere
gevallen kunnen bovendien in de broekzakken nog patronen worden
medegegeven.
Hiermede de kleedingkwestie afgehandeld hebbende, kom ik thans
tot het niet minder belangrijke vraagstuk, hoe inlandsche militairen
te straffen en hoe hen te beloonen.
In verband met het feit, dat voor inlanders en Europeanen een
afzonderlijk strafrecht bestaat en ook, in de naaste toekomst althans,
zal blijven bestaan, rijst vanzelf de vraag of het niet even logisch