743
De eerste Afdeeling, handelende over de samenstelling der admi
nistratie, kan om die reden geheel buiten beschouwing blijven.
TWEEDE AFDEELING.
Artikel 18. Daar door den compagnies-commandant slechts weinig
stukken meer zullen worden opgemaakt, zal dit artikel eenigermate
moeten worden gewijzigd.
Art. 19, 20 en 21. In de bestaande wijze van opmaking der be-
wjjzen voor de ontvangst, inlevering en verwisseling van kleeding
en uitrusting is als volgt verandering te brengen.
De ontvangstbewijzen worden door den kwartiermeester opgemaakt.
Ten behoeve der op vastgestelde tijdstippen aankomende vernieu
wingen ontvangt hij tijdig van de compagnies-commandanten opga
ven van de militairen, welke voor enkele artikelen de geldswaarde
wenschen te ontvangen, volgens model No. 13 of 14.
De hierna te noemen, door den compagnies-commandant op te maken
bescheiden, worden door hem geviseerd.
Hij houdt voorts van een en ander in de controles zoodanig aan-
teekening, dat op de overgangsstukken van het tot en met den dag
vóór dien van vertrek aankomende, dat om de eene of andere reden
niet kon worden verstrekt, melding kan worden gemaakt.
De compagnies-commandant zorgt, dat de kleeding- en uitrusting
stukken, volgens de van den kwartiermeester ontvangen bewijzen,
naar behooren worden ontvangen en dat de niet passende of om
andere redenen niet uitgereikte kleedingstukken, zoo spoedig mogelijk
worden verwisseld of ingeleverd.
Hij doet voorts opmaken de inleveringsbewijzen voor de niet ver-
strekbare voorwerpen, de maatstaten van hen, die met de bestaande
tailles van kleedingstukken niet behoorlijk gekleed kunDen worden,
de verwisselbriefjes van onbruikbaar geworden en de processen-verbaal
van de verloren, of in het ongereede geraakte voorwerpen van kleeding
en uitrusting.
Na plaats gehad hebbende verstrekking en inlevering worden de
betrekkelijke duplicaatbewijzen bij den kwartiermeester bezorgd en
door dezen bewaard.
Artikel 23 zou kunnen vervallen.
