752 tot eene niet onbelangrijke uitbreiding van het hem thans toegevoegd personeel leiden. Hieraan valt, vooral bij den tegenwoordigen drang naar bezuini gingen, natuurlijk niet te denken. Om die klip te omzeilen, zal getracht moeten worden, de noodige werkkrachten elders uit te winnen en hiertoe is, dunkt ons, ook wel te geraken. Door de opheifing der compie8.-admie., zal de werkkring van den fourier belangrijk verminderen, en blijft daartoe in hoofdzaak nogbehooren: ahet ontvangen en inleveren van wapening, munitie, kleeding en uitrusting, kazerneering, fournituren, enz; b, de zorg voor de compagnies-rustkamer en het vivresmagazijn; c, de behandeling der defecte kleeding en uitrusting en het ver wisselen van onbekwame kazerneering, fournituren, enz. Hu de sergeant-majoor nagenoeg geheel vrij komt van de zorg over de compies.-admia. zal hem zeker wel zonder bezwaar een klein deel van vorengenoemde fouriersdiensten kunnen worden opgedragen. Men belast hem met het beheer over de rustkamer en het vivres magazijn en met de opmaking voor zooveel noodig van de beschei den, anders speciaal tot den werkkring van den fourier behoorende, b.v. van inleveringsbewijzen, verwisselbriefjes, bons voor vivres en fourages, en dergelijken. De sub a genoemde werkzaamheden zelve, kunnen ongetwijfeld wel onder toezicht of controle van den sergeant-majoor, door den sergeant of korporaal der week worden verricht. Rest dus nog de behandeling der reparatiën, sub c genoemd. Het eenvoudigst en o.i. ook rationeelst, laat zich deze aange legenheid als volgt regelen: Het opnemen der herstellingen (des Zaterdags, na afloop der in spectie) blijft op den bestaanden voet geregeld, met uitzondering evenwel dat, in stede van den fourier, daarbij de sergeant of korporaal der week assisteert. Deze schrijft alzoo de onder toezicht van den officier der week door de meester-werklieden aangegeven reparatiën in de betrekkelijke nota's,, brengt die met de defecte voorwerpen bij den officier van kleeding en. haalt de gerepareerde van daar terug.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 232