756
Men regele de oefening steeds zoodanig, dat zij den oorlogstoestand
het meest nabij komt, waardoor het voordeel verkregen wordt, dat
de man od het oorlogsveld komende, niet vreemd staat te kijken,
doch zich daar al, iu meerdere of mindere mate, thuis gevoelt.
Het is mijn gewoonte, om het kader (zoowel Europeesch als in-
landsch) steeds zulke opdrachten te geven, die men van hen eischen kan,
die dus hun bevattingsvermogen, alsmede het hun geleerde, niet te
boven gaan. Zij leeren daardoor nadenken, krijgen zelfvertrouwen
en initiatief tot handelen. Tot nadenken over die opdrachten krijgen
zij den noodigen tijd, die in den aanvang natuurlijk ruim voldoende
wezen moet, doch gaandeweg, naarmate hunne geoefendheid, wordt
verkort.
Die opdrachten kunnen zijn mondeling of schriftelijk. Steeds wordt
hen afgevraagd of de opdracht begrepen is. Natuurlijk, dat de uit
voering dier opdrachten steeds door officieren gecontroleerd wordt.
Deze treden dan ook, zoo noodig, uit, ten einde zoodoende beter in
de gelegenheid te zijn, om hun taak als onderwijzer te vervullen.
Zij mogen nooit ingrijpeD, dan in zeer dringende gevallen, omdat door
dat ingrijpen de uitvoerder van de opdracht zenuwachtig wordt.
Evenals bij het oplossen van een vraagstuk tal van manieren
mogelijk zijn, om tot die oplossing te geraken, zoo zijn er in den
velddienst tal van wijzen om een opdracht naar behooren uit te
voeren.
Hij, die ingrijpt in handelingen zijner onderbevelhebbers en zulks
zonder noodzaak, heeft in de eerste plaats geen vertrouwen in die
onderbevelhebbers, doch tracht in de tweede plaats door dat ingrijpen
lucht te geven aan zijn eigen zenuwachtige gejaagdheid.
Nadat de opdracht is uitgevoerd, volgt de bespreking. De gemaakte
fouten worden aangetoond en de redenen dier fouten gezegdterwijl,
wanneer aan de uitvoering der opdracht weinig of niets ontbreekt,
een goedkeurend woord niet mag achterwege blijven.
Men vergeve mij eene kleine uitweiding, die met het boven aange
haalde in verband staat, nl. deze
Ook gedurende den marsch naar en van het exercitieterrein, kunnen
eenige eenvoudige opdrachten gegeven worden, waarbij echter de of
ficieren niet behoeven uit te treden. Door het geven dier opdrachten,