762 hoeveel groote bruggen zij gepasseerd zijn; door hoeveel kam pongs zij gemareheerd zijn; ot zij ergens een missigit hebben kunnen zien, enz., vragen, die allemaal dienen om hun opmerkingsvermogen te scherpen. Bij het doel van den marsch gekomen, wordt na de verkenning overgegaan tot het gevecht; daarna volgt de rust en de bespreking der gemaakte fouten en doe men de boven aangehaalde vragen. De terugmarsch naar het kwartier kan op dezelfde wijze geschieden, dan wel kan eene andere onderstelling genomen worden, bijv. een „thuisbrengpartjj" om het zoo maar eens uit te drukken. Na het kader thans nogmaals aan hunne verplichtingen te hebben herinnerd, en na hun onder het oog gebracht te hebben, dat nu vooral hunne meerdere of mindere mate van initiatief zeer duidelijk zal uitkomen, wordt het doel dezer oefening weer aan den troep medegedeeld. Daarna vrage men aan den een of anderen fuselier, „moeten wij nu maar terugmarcheeren met eene achterhoede, die de beveiliging op zich neemt? Waarom niet? Omdat die achterhoede dan doodmoe wordt en dan toch haar taak niet naar behooren kan vervullen. Goed, nu verder. Zullen wij ons dan om beurten den vijand van het lijf houden? Ja. Op welke wijze? Nu wordt het voordeel besproken van het beurtelings stelling nemen en het stellen van hinderlagen. Ten slotte vrage men, wat zij geleerd hebben omtrent hun voornaamste plichten en gedragregels in het gevecht en brenge deze zoodoende mede in herinnering (zie Compiea. school 167 sub. 4, 5, 6.). Wanneer tot de oefening wordt overgegaan, dan treden de officieren uit en geven hun commando over aan een Eur. of Inl. sergeant, omdat zij thans de handelingen en maatregelen dier onderofficieren moeten controleeren. De officieren bespreken later zelf met belanghebbenden de gemaakte fouten. Ook bij deze oefening worden eenige manschappen aangewezen, die worden verondersteld te zijn gesneuveld. Men lette er dan vooral op, dat den veronderstelden doode zijne patronen en wapens worden afgenomen. Aan manschappen, die voor gewond moeten doorgaao, wordt mede-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 242