777 Al behoort deze expeditie bijna een halve eeuw tot het verledeD, zoo meen ik toch geen overbodig werk te doen door ten minste een enkele dier patrouilletochten aan de hand der bovenbedoelde beschei den nader te beschrijven. Yoor de lezers van dit tijdschrift behoef ik natuurlijk niet als inlei ding een volledige beschrijving van den algemeenen toestand te geveD, zooals die was in Mei 1861. Uit het meergenoemde werk van den majoor Yan Rees mag ik deze wel bekend onderstellen. Genoeg zij het te vermelden, dat de exp. troepenmacht op dat tijd stip in de landstreek Riam Kiwa de volgende vaste punten bezet hield Peng ar onbezetting eene compagnie van het 9S Bataljon onder kapitein L. J. W. Benschop, tevens civiel gezaghebber aldaar. Moengoe Thayor, als boven onder kapitein M. L. Engel. Balehwaar 60 man van hetzelfde korps lagen, onder luitenant E. Perné. Pengaron bestond reeds bij het uitbreken van den opstand. Moen goe Thayor was begin Januari 1860 opgericht door den majoor Ver- spyck na de verovering van een vijandelijke benting op die plaats (30 Dec. 59), terwijl Baleh door den commd4. van Pengaron was aan gelegd in Mei 1860. Volgens de kaart, behoorende bij het werk Oost-Indische krijgs geschiedenis IIs deel van den overste G. B. Hooijer (kaart No. 24), bedraagt de afstand in rechte lijn van Pengaron tot Moengoe Thayor d= 25 K.M., van Pengaron tot Baleh 15 K M.; van Moengoe Thayor tot Baleh ongeveer 28 K.M. Eveneens in rechte lijn van Baleh tot Kendangan 47 K.M., en van daar tot Moengoe Thayor ongeveer 38 K.M. Deze getallen eenvou dig om de gedachte te bepalen, want het behoeft wel geen betoog, dat de werkelijke afstand een geheel andere was. De afstand van Martapoera tot Moening bijv, die in rechte lijn 42 h 43 K.M. bedraagt, geeft majoor van Rees als 15S.16 uur. Kendangan was de plaats, waarheen de vroegere post Ambawang op last van den exp. commd4. in December 1860 verlegd werd. Behalve bovengenoemde posten bestonden er nu en dan nog anderen, welke echter voor de hieronder volgende beschrijving van geen direct belang zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 257