778 Op den 22sten Mei 1861 begon de twintigdaagsche patrouilletocht tot opening der gemeenschap tussohen Baleh en Kendangan, onder den eersten luitenant F. P. Cavaljé, waartoe dezen officier de vol gende instructie gegeven werd INSTRUCTIE. De Eerste Luitenant Cavaljé, F. P. wordt mits dezen uitgenoodigd zich morgen den 22sten dezer met eene colonne sterk 1 hoornblazer en 39 bajonetten op marsch te begeven naar Balehten einde den daarop volgenden dag, nadat de colonne op 50 man zal zijn gebracht, uit te rukken en de communicatie tusschen Baleh en Kendangan over Am- bawang te openen. De vivres, welke voor 4 dagen moeten worden berekend, zullen van uit Baleh worden medegenomen, terwijl bij aankomst te Kendangan tegen afgifte van een behoorlijk bewijs, opgemaakt in den geest der circulaire van den fung. onder-Intendant te dezer kuste dd. 9 Nov. 1860, opnieuw vivres zullen worden ontvangen. Aangezien de nieuwe weg van hier naar Baleh nog niet is opge nomen, zoo zal deze, alsmede die naar Kendangan moeten worden in kaart gebracht, terwijl het van belang is, dat deze opname met de grootst mogelijke zorg plaats vindt. Wanneer de colonne den terugmarsch over Moengoe Thayor neemt, zoo zal geen opname van dezen terugweg noodig zijn, wijl daarvan reeds voldoende kaarten bestaan, echter zal zulks plaats moeten hebben, wan neer van uit deze laatste plaats de terugweg over Baleh genomen wordt, of wel een andere route zonder Moengoe Thayor aan te doen, bij voor beeld langs de Mangkausche rivier enz. De noodige gidsen zullen aan de colonne worden toegevoegd. Overi gens zal worden gehandeld naar omstandigheden. Pengaron den 218ten Mei 1861. De kapitein militair kommandant (w.g.) Benschop. Hoe deze instructie werd uitgevoerd, moge blijken uit het rapport Van den commandant der patrouille, dat nu volgen zal, eenigszins omschreven, doch zonder weglatingen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 258