779 22 Mei om 6 uur in den morgen trok men van uit Pengaron met 40 bajonetten en 31 bannelingen naar BalehDe weersgesteldheid was dien dag drukkend, tengevolge waarvan dan ook de Europeesche korporaal Krijgsman (A. S. No. 40631) ridder v. d. Mil. Willems orde 4° kl. en de flankeur Smolders (N°. 40620) op twee uur afstand van Baleli onmachtig neervielen en verder gedragen moesten worden. Omstreeks half 3 werd Baleh bereikt, waar de sterkte der patrouille op 50 man gebracht werd en ook de verstrekking van reserve patronen, handblokken en vier dagen vivres plaats had. Ook zoude haar een gids worden toegevoegd, welke met het terrein tusschen Ambawang en Kendangan bekend was. De patrouille-commandant had reeds in Juni van het vorige jaar een tocht naar eerstgenoemde kampong mede gemaakt met eene colonne onder kapitein Benschop, (luit. Eijpen, luit. Bakker en dokter le Rutte waren ook daarbij ingedeeld). De afstanden in rechte lijn van Baleh tot Ambawang en van daar tot Kendangan zijn resp. 20 en 35 K,M. Genoemde colonne was toen in 5 dagen van Pengaron tot Ambawang gekomen, langs wegen nog niet te voren door onze troepen bezocht. De luitenant E. Perné, commandant van Baleh zond den pem- bekkel der kampong uit om de beide gidsen Doeldja en Sahid van Bantau damar te halen. Hij kwam echter pas den volgenden dag terug met de tijding, dat eerstgenoemde niet in de kampong te vinden was, doch men zorgen zou, dat hij de patrouille den 243tea te Soengei Landjar inwachtte. De inlander Sahid evenwel was spoorloos verdwenen, sedert hij den kapitein Yan Yioten tot gids gediend had, men wist dus niets van hem. Deze tegenspoed noodzaakte den luit. Cavaljé om den 23sten met zijn manschappen te Baleh te blijven. Den volgenden morgen marcheerde hij om 6 uur af met 50 bajo netten, 31 bannelingen en de twee Pengaronsche gidsen Alou en Maha. De Riam Kiwa werd bij Baleh in een prauwtje overgestoken en vervolgens de marsch naar Soengej Landjor aargenomeD, welke plaats om 10 uur bereikt werd en waar men rust hield. Tegen 12 uur meldde zich de gids Doeldja bij de colonne en zond de com mandant den inlander Alou, een grijsaard, die bijna niet loopen kon, naar huis terug. Yerder gaande bereikte men reeds om 4 uur de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 259