785
over land naar Pengaron pan te nemen, terwijl de sergeant Wissink
met de 15 andere bajonetten en 19 bannelingen achterbleef, om met
de zieken en gevangenen per laadschouw te volgen. De overige
11 man, die tot de bezetting van Pale.li behoorden, werden weder
aan den commd'. dier post overgedragen. Tegen 3 uur kwam luit.
Cavaljé te Pengaron aan en den lld™ omstreeks 11 uur volgde de
rest van het detachement onder sergeant Wissink, met de gevangenen,
die een onderkomst kregen in de kampong van Kiay Sotoleksono.
Misschien vindt men het niet onbelangwekkend te vernemen op
welke voeding de manschappen enz. deze vermoeiende tochten on
dernamen en doorstonden. Volgens een staat van 4 Juni 1861 werden
door den luitut. Mullerwaarnd. commd'. van Kendanganaan de colonne
Cavaljé voor dien dag verstrekt
voor 13 Europeanen: 171/8 pond rijst, l5/s pond zout, 18/25
pond koffie,18120 pond peper, 9s/4 pond vleesch, l9/g0 kan jenever
eD 89/iooo kan sambals per man dus resp. 11/8 i/8 »/25
Vno 1lt ~lho en 8/10oo.
Voor 29 Inlandsche militairen: 382/s pond rijst, 25/12 zout, 1*/S5
koffieen 71/* gedroogde visch, benevens 2 9/30 kan jenever en
"/ic.o kan sambalsalzoo per man resp. 4/3 pond rijst, i/12 zout,
25 koffie en '/4 gedr. visch benevens I/8o kan jenever en 8/loo0
sambals.
Bovendien werd extra verstrekt een gelijk ration koffie aan allen.
De kettinggangers kregen, volgens een verstrekkingsbewijs van
den 24™ Mei door den commd'. van Baleh voor zes dagen en
31 man:
®6/so kan jenever, kan olie, 2— azijn, 248 pond rijst, 156a
pond zout, 46'/a pond vleesch, 231 4 gedr. visch en 7-^- koffie.
Olie en azijn werden te Kendangan aan de troepen niet verstrekt,
doch wel te Rantau en Baleh.
Dat men dergeljjke vermoeienissen met succes doorstond, moge
blijken uit het feit, dat de luitenant Cavaljé reeds den 18den Juni
den 4 daagschen tocht naar Goenong Pamattan medemaakte, ter
vervanging van den ziek geworden luitenant V. L. Reuter. Hierbij