788 En let maar op de fluitjes Van al de hoogere luidjes, Want let je daar niet op, Dan ben je ook nog 'n ezelskop. Refrein Enz, enz. Commentaar is dunkt me overbodig. Alleen wensch ik even aan te stippen de volgende ironische uitdrukkingen „een mooi ding," „na een recepis," „duizend stukken scheur." Eindelijk, „baantje om te stelen," enfin dit geheele hier tweede couplet. Hoewel velen het met den geest van deze versjes eens waren en hunne opinie over het voorschrift volstrekt niet onder stoelen of banken staken, waren er toch enkelen, die spraken van: „Zoo iets komt niet te pas". „Dat is recalcitrant", enz. enz. Die enkelen nu, riep en roep ik nog toe „a qui la faute?" En ware het niet beter dit alles te voorkomen, door hoewel ik erken, dat het zeer moeilijk is een volmaakt reglement te maken reglementen en voorschriften zoodanig te maken, dat vergissingen zelden kunnen voorkomen, en dat zij in de allereerste plaats geheel ontbloot zijn van voetangels en klemmen, of m.a.w. van tegenstrijdigheden? De lezer wordt verzocht zelf het antwoord hierop te geven We hebben nu geen getransformeerd Beaumont-geweer. Neen, maar we zijn in 't bezit van een geweer M. '95, van minimaal kaliber. In één woord, we hebben een prachtexemplaar en daarbij een Voorloopig Schietvoorschrift Gelukkig, dat het slechts een voor- loopig is, want dat adjectief opent ons een uitzicht op een nieuw, vast, degelijk en goed in elkaar gezet voorschrift. Gelukkig zeg ik. Ja! en laat ons hopen, dat er spoedig een nieuw kome. Daarom heb ik gemeend geen ondienstig werk te doen, door het V. S. in dit veel gelezen tijdschrift te behandelen. „While there is a life there is a hope", eu het zij mij vergund slechts te wenschen, dat er met het goede in deze verhandeling reke ning worde gehouden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 268