789 De samenstellers van een nieuw en degelijk voorschrift zouden niet alleen den dank inoogsten van alle officieren der Infanterie, maar ze zouden ook zooveel hunner jongere makkers bevrijden van hun cauche- mar „het schietregister." Reikhalzend werd naar het voorschrift uitgezien; met sympathie werd het ontvangende kennismaking was bevredigend, doch helaas 1 een onverdeelde gunst genoot het niet, omdat velen in de toepassing struikelden. Vooropgesteld wordt, dat ik het volkomen eens ben met de meening, dat een reglement naar den geest en de letter moet worden gelezen. Maar de geest wordt niet door iedereen begrepen, omdat niet ieder zoo kersversch uit Holland komt of in patria de schietschool heeft mede gemaakt. En waar blijft men dan, de geest niet goed wetende, zoo men han delen wil volgens of vast wil blijven houden aan de letter der voor schriften En nu ter zake In den Inhoud ziet men met mooie vette letters staan„Dq gewone individueele oefeningen," en „de gewone gezamenljjke oefeningen". Waarvoor nu die bijvoeging van gewone dient, is mij niet recht duidelijk! Een ieder vraagt zich toch af: Welke zijn dan de bijzondere individueele en idem gezamenlijke oefeningen? Wordt wellicht het prijsschieten en het gevechtsschieten daarmede bedoeld? Zoo ja! dan is die bijvoeging onnoodig, omdat de afzon derlijke benaming van prijsschieten en gevechtsschieten, in geen enkel opzicht de bijvoeging van het adjectief noodzakelijk of wenschelijk maakt. 12. In het belang eener stelselmatige opleiding worden de individueele oefeningen verdeeld in: de oefeniugen der 2e (laagste) klasse, der l6 klasse en der scherpschutters. De vraag is, waarom de schutters in slechts drie'klassen verdeeld, terwijl er in werkelijkheid vier klassen zijn, zooals ook 137 aangeeft. Eene indeeling in vier klassen, dus eene bijvoeging van eene 4e klasse Vrije oefeningen zou zeker niet misplaatst zijn Ook deze categorie van schutters moet geoefend worden om, zooals 15 terecht zegt, de vaardigheid in het schieten te behouden en te verhoogen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 269