796 Zeer billijk ia de bepaling vervat in 121, waarin aan eiken schutter der 2e klasse wordt toegestaan vier malen over elke oefening A5 uitgezonderd te doen. De 2e alinea van die paragraaf geeft eveneens eene ruime overgangs bepaling. Die bepaling vermeerdert echter weer het geschrijf in de schietregisters, zoowel bij overgave als overname, als wel bij het aanleggen van een nieuw schietregister. Tot nadenken stemt ons 128. Bij de tegenwoordige tenue is het onmogelijk aan het hier bepaalde te voldoen, en wel om de dood een voudige reden, dat men geen linker- en rechtertasch heeft. Zoolang we nog geen nieuw model ransel of ranselzak hebben (en dat zal nog wel zeer lang duren), door welks invoering vanzelf beide tasscben naar voren zouden komen, is het te dwaas om van rechter- en linker tasch te spreken. De vraag is echter of het niet mogelijk is, nu reeds zonder een nieuw model bepakkingde beide tasschen vóór den buik te doen dragen, door eene eenvoudige verschaffing van een katoe nen band, die om de schouders wordt geslagen en welks uiteinden aan beide tasschen worden vastgemaakt. Waarlijk het schijnt wel of het Indisch Leger niet breken kan met conventie! Waarom toch moet de gordelplaat zichtbaar blijven en 'waarom moet dat schitterende ding nu zoo afschuwelijk op zijde worden gedragen? De 124 en 134 in verband met elkander beschouwd, geven mij aanleiding tot de volgende opmerkingen: Yele schietbanen vallen in de termen van 124 en is de grootste afstand waarop geschoten mag worden 300 M. Derhalve moet een schutter 29 klasse, 2 malen precies dezelfde oefening doen (de 9e en 10® oef. 134). Nog meer treft ons een vergelijking van de 124 en 135. Een schutter 1® klasse moet nu 5 malen op denzelfden afstand (200 M.) en 5 malen op dezelfde schijf schieten terwijl daarvan ook 3 malen in dezelfde houding geschoten moet worden (B. s, 6,7,8 en 9 en B. 8, 7 en9). Beschouwen we nu 124 en §136, dan zien we, dat de 3®, 4®, 9® en 10® oefening geljjk worden, uitgezonderd de houdingen. Nog meer variatie? komt er, als het garnizoen zoo ongelukkig is geen Veltmanschijfinrichting te bezitten. Alsdan wordt 2 maal C1, 2 maal O en 6 maal C3 geschoten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 276