799
Atjehs Gouverneur ('98) zou dus zijn succes grootendeels te danken
hebben aau ongeschikte veldsoldaten.
Het Gevechtsschieten eischt een geschikt terrein en een uitgebreid
schijvenmaterieel. Ik voeg er aan toe uitstekende leiding terwijl,
jammer genoeg, vele garnizoenen een geschikt terrein moeten missen.
Bij het individueel gevechtsschieten staat niet bepaald vermeld
hoeveel patronen ieder man mag verschieten. Klaarblijkelijk geeft
hier het V. 8. den C. C4. de bevoegdheid dit aantal te bepalen.
Of, zou 174 ook slaan op het individueel gevechtsschieten?
In 194 wordt gesproken van een schietproef, maar niet, hoe
die proef wordt gehouden.
Zij is dus onvolledig, of ligt er in opgesloten, dat een ieder het
oude voorschrift zal bewaren om zich op dit punt daarnaar te regelen.
De korrel wordt zooveel verplaatst als proefondervindelijk blijken
zal noodig te zijn.
Dat is alles heel mooi, maar de proef mankeert en zooveel
is zeer onbepaald. Indien echter de bedoeling is, dat zulks geheel
aan den C. C4. wordt overgelaten, dan kan men niet anders doen
dan de bepaling toejuichen.
Terwijl het onderzoek naar de dracht en de trefkans der geweren
niet in het Y. S. is opgenomen, is het aangevuld met„Het schatten
van afstanden", een hoofdstuk, dat reeds langen tijd op zich liet
wachten. Hu vormt het met 18 van het Voorschrift op den Veld-
dienst een aardig geheel.
Dat het afstanden schatten zeer moeilijk is en eene veelvuldige
oefening vereischt, heeft ieder onzer wel eens ondervonden, en of het
voorgeschrevene in den Velddienst vroeger meermalen is beoefend,
blijft buiten sprake, maar dat het nu dikwijls gedaan moet worden,'
om er eenige resultaten van te krijgen, is buiten kijf.
Aldus blijven nog ter behandeling over de hoofdstukken„Premiën,
enz., en Registers en Staten".
Beide hoofdstukken zijn onze aandacht volkomen waard.
We beginnen dus met „Premiën, prijsschieten enz".
Volgens tarief No. 46° wordt voor ieder schutter jaarlijks f 0.70
beschikbaar gesteld. In een seizoen worden 28 individueels oefeningen
gehoudeD.