802 In de R. S. en tevens in 96, 26 alinea van dit voorschrift wordt geeischt, dat een afgericht soldaat 16 goed gerichte schoten in de minuut kan afgeveD. De tijd wordt gerekend, van af het oogenblik dat de schutter in de houding van vaardig staat, 't Is prachtig! Want luistert verder M.H. In 130 staat: „de tijd wordt gerekend van af het vallen van het eerste schot tot den stoot op de tirailleur-fluit" en 134 geeft aan A5. 7 in de schijf, juist en snelvuur gedurende 1 minuut, terwijl in staat II schutters tot eene andere (volgende) oefening overgaan, als zij in A5 schieten 8/8 of 9/9 en natuurlijk ook 7/7. Nu vraag ik u, kan het schooner? Men vordert, dat de soldaat 16 goed gerichte schoten in de minuut kan afgeven. Goed, maar wat nu? Een soldaat komt in AB en nu is het voldoende, dat hij 7 treffers krijgt in 1 minuut 134). Op die 7 treffers heb ik niets tegen, maar wel vind ik het be lachelijk, dat het er niet op aankomt hoeveel schoten hij in die minuut doet. 7 of 20 het is ons dus totaal onverschillig. Zeven schoten zijn voldoende; want hij kan 7 treffers halen. Daarbij laat de eene hem beginnen en den tijd rekenen van de houding van vaardig af, gedurende een minuut, en de andere rekent den tijd van het vallen van het le schot tot den stoot op de tirailleur- fluit. Ik kan me voorstellen, dat snelvuur in verschillende garnizoenen verschillend wordt onderwezen. Hoewel ik nu geen voorstander ben van de meening, dat de quantiteit moet opwegen tegen de meer geringe qualiteit, zoo acht ik het toch een verkeerd beginsel, de opleiding der soldaten zoodanig te regelen en vast te stellen, dat zij geen onderscheid meer kunnen maken tusschen levendig tirailleurvuur en snelvuur. Bij het eerste vuur moet men 8 patronen in de minuut verschieten en hoe is het nu mogelijk, dat men bij snelvuur gedurende een minuut (7 treffers) 7 schoten voldoende kan achten? Het lijkt heel mooi in A5 7/7 of 8/8 te schieten, maar dan is het geen snelvuur meer. Gewent men den man er aan, om zooals het S.Y. het ook aangeeft, behoorlijk tijd tot richten te nemen, dan kan een ieder afgericht soldaat met gemak 10 h, 16 schoten doen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 282