:s 823 Yoorloopig dienen de theoretisch juiste vizieren echter te worden gebezigd. Met de reeds berekende gegevens is het thans niet moeilijk tabel A van den heer Berenschot te wijzigen en krijgen wij, met vasthouding aan de daarin genoemde, boven betwijfelde, HSb0, de breedte van het doel onbegrensd denkende: TABEL A1 DOELHOOGTE YAN ■s 1.60 M. 1.10 M. 0.40 M. •3 .SP .2 200 300 400 500 600 700 0.45 0.60 0.75 0.90 1.05 1.25 500 500 500 600 700 800 0.90 0.89 0.49 0.76 1.13 1.64 97 8 92.2 78.9 76.9 65.1 44.5 400 400 500 600 700 800 0.47 0.28 0.49 0.76 1.13 1.64 89.1 69.5 77.1 56.6 41.— 23.7 300 400 500 600 0.15 0.28 0.49 0.76 44.5 34.2 28.5 17.7 Zooals van zelf spreekt, is er in de uitkomsten nog al eenig noemens waardig verschil, vooral op kleine doelen en groote afstanden. Daar bij de gezamenlijke vuren, bij goed geoefende schutters het doel in den regel breeder is dan de totale breedtespreiding van den bundel, kan onder zekere reeds genoemde reserve, het boven uitge drukte te verwachten °/0 treffers in de schijf worden geeischt. De majoor Berenschot neemt, geen rekening houdende met den graad van geoefendheid der schutters, aan, dat het vuur, liever de treffers over de breedte van het doel gelijkmatig verdeeld zullen zijn. Ik ben eene andere meening toegedaan. Immers bij de gezamenlijke vuren, die dienen als voorbereiding W 03 £3 £3 C3 co" ffi £3 <13 SP £l SI O) h Hoogte G. T. boven de vi zierlijn. Te verwach ten proeent treffers. 03 ,Q S3 E-i Hoogte G. T.j boven de vi zierlijn. Te verwach ten proeent treffers. 03 .SP c S .2 03 E-i Hoogte G. T. boven de vi zierlijn. Te verwach ten proeent treffers.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 303