827
deeling der treffers over het geheele doel eene voorname factor is
en dat daarnaardaarom juist reeds in vredestijd moet worden
gestreefd bij de oefeningen op het schietterrein, ja, enkelen zullen
verder gaan, en zelfs beweren, dat een troep niet voldoende ge
oefend is, als die gelijkmatige verdeeling van het vuur niet wordt
verkregen.
Het zal echter nog altijd de vraag zijn wat het beste is: het
vuur geljjkmatig over de geheele vijandelijke stelling te verdoelen,
dan wel dit op enkele van nature aangewezen, belangrijke punten
te concentreeren. 118 c.s. zegt alleen daarvan:
„Tot de vuurleiding behoort„de vereeniging van het vuur van
„verschillende onderafdeelingen op een belangrijk doel". Yan ver
deeling van vuur over ieder doel afzonderlijk, of over het geheele
doel wordt niet gerept.
In verband met deze zinsnede, brengt het reeds aangehaalde uit
153 V.S.Y. mij er toe, om te denken, dat de bedoeling van het
reglement moet zijn, dat:
alleen bij het vuren op breede oorlogsdoelen, d.i. aaneengeschakelde
tirailleurliniën,(waaronder niet verstaan worden enkele duidelijk
waarneembare tirailleurgroepen),en waar dus geen zuiver mikpunt
kan worden bevolen, men uit gebrek aan beter, commandeert
„onderkant recht vooruit", doch dat, waar men een mikpunt kan
aangeven, dit wel degelijk moet geschieden.
Gaarne geef ik bovenstaande lezing voor een gemotiveerde betere.
In II geeft de majoor B. te kennen, dat het tactisch resultaat
van eene vurende afdeeling kan worden beoordeeld naar het aantal
getroffen figuren in de schijfvan daar zijn streven om in ta
bellen daaromtrent een maatstaf vast te leggen.
In hoeverre men van het bereiken van een tactisch resultaat
tegenover levenlooze schjjven, die halsstarrig onder het zwaarste
vuur, ook na getroffen te zijn, blijven staan, of een minder trefbare
houding aannemen op het vlakke schietterrein, reeds bij de gewone
gezamenlijke oefeningen kan spreken, waag ik liever niet te beoor-
deelen.
Wel komt het mij voor, dat deze toestand veel te veel van de
werkelijkheid verschilt, om te kunnen zeggen