558
wonderd over eene zoo ongewone gemoedsbeweging, toesprak en
vroeg wat er aan scheelde, was het antwoord. „De luitenant heeft
mij in het bijzijn van alle menschen beschaamd gemaakt''.
Wie een inlander op het rechte moment „maloe" weet te maken,
heeft het pleit gewonnen. Met deze wetenschap zal een rationeel
strafstelsel rekening dienen te houden. Hoe meer de inlander als
inlander behandeld wordt, hoe beter dit mogelijk zijn zal.
In verband met al het bovenstaande geef ik, om als basis eener
bespreking te dienen, het volgende samenstel van straffen voor onze
inlandsche soldaten, te beginnen met de lichtste straf.
1°. Berisping.
2°. Corvee, hoogstens gedurende tien dagen.
8°. Boete, minstens een dag en hoogstens tien dagen soldij.
4°. Kamerarrest, hoogstens gedurende tien dagenper dag vijf
cents soldij.
5°. Wachtarrest, hoogstens gedurende 10 dagen, gedurende dien
tijd geen soldij.
6°. Wachtarrest als boven met sluiting in de boeien.
7°. Plaatsing in den strafcursus.
Ter verduidelijking het volgende. Berisping is eene straf en daarvan
wordt dus ook aanteekening gehouden. Op welke wijze de strafop-
legger den schuldige onderhouden wil, moet geheel aan hem worden
overgelaten, hij moet het naar omstandigheden op het rapport, onder
vier oogen, voor het front van de heele compagnie of van een deel
daarvan kunnen doen. Zoo lang de man nog een deel zjjner soldij
aan de menage moet afstaan, moet onder soldij worden verstaan het
resteerende deel. Allen, die niet aan de algemeene menage deelnemen
zijn daartoe gedurende den straftijd verplicht, als aan de opgelegde
straf financieele gevolgen verbonden zijn. Dit neemt niet weg, dat
vrijstelling van deelname aan de menage, als een gunst, ten allen
tijde voor goed kan worden ingetrokken.
Onder kamerarrest versta ik gedwongen verblijf in de chambree.
Deze mag alleen verlaten worden om aan de hoofddiensten deel te
nemen, 's morgens om te gaan baden en verder om naar het privaat
te gaandit laatste met de beperking, dat aan den sergeant van de
week permissie moet worden gevraagd en de gestrafte zich weder