845 Hierboven is reeds melding gemaakt van de wijze, waarop het transport plaats had en blijkt daaruit tevens in welke minder benij denswaardige omstandigheden dikwijls dagen achtereen moesten wor den doorgebracht. Door de binnenkomende berichten omtrent het verblijf van den vijand en in verband met het ageeren der bevolkingspatrouilles, moes ten op verschillende plaatsen langs de rivieren, de S. Melawi en de S. Serawai, bivaks betrokken worden om het uitwijken van den vijand naar andere streken, welke voor het oogenblik zich nog niet bij den opstand hadden aangesloten, te voorkomen. Deze bivaks werden veelal betrokken in reeds bestaande neder zettingen, zoodat meestentijds reeds een onderdak voor den troep aan wezig was, ofschoon enkele malen ook hiervoor nog moest gezorgd worden. In die gevallen moesten de bouwmaterialen dikwijls van ver afgelegen plaatsen gehaald worden, daar ter plaatse óf alles ver brand was öf geen materialen aanwezig wareD. Yoor dakbedekking wordt in deze streken veel gebruik gemaakt van sirappeD, die ook door den troep benut werden, maar dan veelal op grooten afstand gehaald moesten worden. Zoo zijn achtereenvolgens voor korter of langer duur de volgende bivaks betrokken: Na. Serawai, Pager Lebata, Kemangai, Na. Lekawai, S. Ipoeh, Sepakoen, Na. Behe, Segoelang, Niboeng, Na. Anai en Batoe Natjoi, van welke plaatsen verschillende patrouilles gemaakt werden, meestal zoo geregeld dat de manschappen den zelfden dag weer in het bivak terugkeerden. Yoor eene goede beveiliging evenwel was het steeds noodig de vereischte maatregelen te treffen en daartoe in de eerste plaats een behoorlijke palissadeering aan te brengen. Yoorts moest het logies verbeterd worden en zorg gedragen voor de zoo noodzakelijke reinheid in het bivak. En dat in dit laatste opzicht veel ter verbetering gedaan moest worden, is maar te goed bekend, daar zoowel de Dajaks als de Maleiers in deze streken blijk baar alle begrip van zindelijkheid missen. Wij treffen hier overal en uitsluitend paalwoningen aan, waarin meestal, ten minste bij de Dajaksche stammen, meerdere families bijeenwonen. Zijn de huizen zelf al onzindelijk, nog erger is dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 325