560
eerste tijdperk doorliep (3de, 4de en 5de) en in het derde tijdperk alle
straffen met uitzondering van de laagste, de berisping. Gedurende
den geheelen strafcursus worden al zijne onderscheidingsteekenen in
genomen, vervallen al de voorrechten, die hij genoot, is alleen de
kleeding benoodigd voor de tenue onder de wapens in zijn bezit
(behalve de twintig eerste dagen schoenen en slobkousen) en draagt
hij, ter onderscheiding van anderen, een eenvormig gekleurde hoofd
doek en sarong.
Ten slotte naar aanleiding van het hier ontwikkelde strafstelsel
nog het volgende. In elk kampement, waar inlandsche troepen hui
zen moet eene bepaalde plaats (liefst een open loods) worden aange
wezen waar, na afloop van den dienst, kleine benoodigdheden en eetwa
ren mogen worden verkocht. Dan is het venten onder de corridors
en in de chambrees der compagnieën uit, waardoor de reinheid be
vorderd wordt en tevens de straf van kamerarrest beter tot haar recht
komt, terwijl eene dergelijke plaats een voor den inlander gezellig
plekje zal worden. Gedurende de diensturen kan de voor dit doel
bestemde loods den vrouwen en kinderen tot verblijfplaats strekken,
terwijl de gelden voor onderhoud van het gebouw, het dagelijks
schoonmaken en, zoo noodig, voor toezichthoudend personeel, gevon
den kunnen worden uit kleine bedrageD, welke de verkoopers (liefst
geen soldatenvrouwen) elke vijf dagen moeten betalen om zich voor de
volgende vijf dagen eene vaste plaats in de loods te verzekeren.
Als bij de disciplinaire straffen de boeten en kortingen zulk een
gewichtige rol spelen, dan rijst vanzelf de vraag, wat er met het
vrijkomende geld gedaan zal moeten worden. Daar juist voor nala
tigheid in dienst, onvoldoende dienstprestatie, weinig dienstijver en
dergelijke de geldboeten aangewezen straffen zijn loon naar werken
en in 't algemeen ieder, die zich strafschuldig maakt, den dienst
en dus den lande benadeelt, is het niet meer dan billijk, dat het minder
uitbetaalde in de schatkist vloeit. Maar onbillijk zou het zijn dit
geld niet ten nutte van den benadeelde, het leger, aan te wenden.
Daarvoor kan en moet nog veel gedaan worden wat thans uit mis
plaatste zuinigheid wordt nagelaten.
Yast personeel in de keukens, vaste koelies in de magazijnen,
koelies voor het schoonhouden van het kampement (privaten, vrouwen-