855 ligging van bet fort, hadden onze verkenningen slechts zeer weinig resultaat gehad, terwijl men evenmin durfde vertrouwen op de inlich tingen door enkele deserteurs gegeven. Het eenige wat hieruit met eenige zekerheid viel op te maken, was, dat men zich alle moeite had gegeven om het naar Batavia gerichte front zooveel mogeljjk te ver sterken, reden waarom door den Britschen bevelhebber van een aanval van die zijde werd afgezien, minder nog om de onzekerheid van den uitslag, dan wel omdat zelfs in geval van succes, groote verliezen onder de aanvallende troepen niet zouden uitblijven. Er werd nu besloten om te trachten den vijand in de linkerflank te vallen, langs een pad, dat rond de versterkingen leidde, die aan den rivieroever waren opgericht en voor welk doel men gebruik dacht te maken van de diensten van een deserteur, die zich als gids had aan geboden. Nadere onderzoekingen brachten evenwel aan het licht, dat dit pad slechts door één man tegelijk betreden kon worden, zoodat ook hiervan moest worden afgezien, daar het beslist roekeloos ware geweest om langs een zoo nauwen toegang 13000 man in een zwaar versterkte positie te gaan bestoken. Nadat nog nadere verkenningen waren gedaan, bleek het al spoedig, dat de vijand ook aan den achterkant van zijne versterking groote werken had aangebracht, ja zelfs werd door de volgende gebeurtenissen bewezen, dat de achterkant van zjjn linie verreweg de sterkste was. Ook de linkerflank was totaal onbereikbaar door de onmogelijkheid om de aldaar stroomende rivier te doorwaden, terwijl bovendien de oevers steil naar beneden liepen en omringd werden door een aan deze zijde haast ondoordringbare wildernis. Het eenige punt, waar een aanval mogelijk bleek, was dus de rechter zijde daar, waar zij door de slokkan werd begrensddit was dan ook, gelijk later bleek, in waarheid het zwakste punt der versterking. Daarbij kwam nog, dat dit gedeelte, door het open terrein aan deze zijde beter te verkennen was, alhoewel de Engelsche bevelhebber daar weinig gebruik van maakte, om te voorkomen, dat de vijand onze bedoelingen raadde. Slechts van één bepaalde redoute was het noodzakelijk om juiste gegevens te verkrijgen, daar men in de onzekerheid verkeerde, of zij ook aan deze zjjde der rivier gele gen was; een gelukkig toeval wilde, dat op het laatste oogenblik,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 335