857 Door al deze overwegingen geleid, besloot kolonel Gillespie met de beschikbare troepen den aanval te wagen, overtuigd dat kolonel Gibbs, van wiens persoonlijken moed en militaire bekwaamheden hij volkomen overtuigd was, hem te hulp zou komen, zoodra het geweer vuur de richting aanwees, waarin hij moest gaan. Door eene coupure dwars over den weg en vlak voor de vijan delijke werken, was men genoodzaakt slechts zeer langzaam vooruit te gaan, ten einde den troep gelegenheid tot aansluiten te geven, na het overtrekken daarvan. De opgaande zon verlichtte nu ook het terrein en toonde ons de vijandelijke schildwachten op hun post buiten de redoute en links van den weg. Tot tweemaal toe werden wij door hen aangeroepen, maar de gids gaf het wachtwoord en dus konden wij nog een eind ongestoord voortrukken. Eindelijk stoot ten wij op een ofBcierswachtpost, vlak bij de te nemen redoute en werden nogmaals aangeroepen, waarop kolonel Gillespie het teeken gaf voor den aanval, die met zulk een élan werd uitgevoerd, dat van den geheelen wachtpost niemand tijd had tot ontvluchten, maar allen, man voor man werden neergesabeld of gevangen genomen. Een algemeen geweervuur volgde en lichtkogels en vuurpijlen werden door den vijand ontstoken, ten einde te ontdekken aan welke zijde de aanval plaats had, terwijl inmiddels de artillerie een hevig vuur opende, dat evenwel in hoofdzaak over onze troepen heenging zonder verliezen te veroorzaken. Yóór de vijand in de dichtst bijzijnde redoute tijd had om te her laden, werd ook deze door onze manschappen bestormd en met de bajonet genomen, hetgeen alles zoo vlug gebeurde, dat niemand ge legenheid had om te ontvluchten. Kolonel Gillespie liet daarop met groote haast vooruitrukken, ten einde den roegang in handen te krjjgen van de brug over de Slokkan, die door 4 veldstukken verde digd en door alle andere batterijen bestreken werd. Een hevig gevecht had hier plaats, maar eindelijk werd ook dit punt door de Engelschen genomen, waarop kolonel Gillespie terstond een andere redoute attaqueerde in het hart der vijandelijke versterking. Hier onstond een wanhopige strijd, daar de bezetting van dit punt zoo talrijk was, dat het handjevol Britsche soldaten, die den aanval gewaagd haddeD, niet dan met de uiterste krachtsinspanning, hun

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 337