860 'a vijands linkerflank en had met groote doodsverachting plaats. Zij kostte echter het leven aan den dapperen bevelhebber, die aan het hoofd van zijn troepen den aanval leidde. Het overige deel van onze legermacht, met den opperbevelhebber Sir Samuel Auchmuthy aan het hoofd, kolonel Wood als commandant van de reserve en kolonel Adams als commandant van de linker infanterie-brigaie, viel den vijand in het front aan, waar het den steun had van onze batterijen, die versterkt waren door een landings divisie van de oorlogschepen onder bevel van kapitein Sayer. Na het succes door den hoofdaanvaller behaald, vereenigden zich deze verspreide troepenafdeelingen in een algemeeno vervolging van den vluchtenden vijand. Kolonel Gillespie aan het hoofd van het 22ste reg. dragonders achtervolgde den vijand in Oostelijke richting tot op een afstand van 10 mijlen. Hoewel de Hollandsche officieren herhaaldelijk pogingen deden hun troepen te verzamelen, bleek alles vruchteloos, Op één punt werd door den vijand stand gehouden achter een in der haast opgeworpen barricade, waar een paar veld- stukjes in batterij waren gesteld; maar onze cavalerie chargeerde met de grootste doodsverachting recht tegen het vijandelijk vuur in, zoodat alles voor haar moest wijken. De vijandelijke achterhoede bestond uit Fransche troepen, waarvan de officieren al het mogelijke deden, om langs een open weg, tusschen beide rivieren, den troep in veiligheid te brengen. Haar niets mocht baten, in wilde wanorde sloeg de geheele vijandelijke legermacht op de vlucht zonder dat de overwinnaar het minsteletsel be kwam, helaas behalve alleen het sneuvelen van luitenant Hutchin van de dragonders, een uitstekend officier, die door een granaatscherf werd gedood. In het kort daarop, door hem aan Lord Minto ingediende rapport, schreef de opperbevelhebber Sir Samuel Auchmuthy dan ook het volgende, over de verliezen door de Hollanders geleden „Ongeveer „duizend lijken zijn op de plaats zelf begraven, terwjjl het aantal „dergenen, die op de vlucht verslagen zijn, zelfs niet bij benadering „is op te geven. De rivier was vol met lijken en in de kampongs, „ja zelfs in het bosch wemelde het van zieken en gewonden, die „sedert bezweken. Wij hebben 5000 gevangenen gemaakt, waaronder

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 340