- 861 „3 generaals, 34 hoofdofficieren, 70 kapiteins en 150 luitenants. De „opperbevelhebber, generaal Janssens, ontsnapte tijdens het gevecht met „de grootste moeite en bereikte Buitenzorg op 35 mijlen afstands „gelegen met niets dan een handvol cavalerie, het eenig overblijfsel „van een leger van 10.000 man". Lord Minto vond dan ook vrijheid in zijn depêche aan den graaf van Liverpool, het volgende te zeggen: „Door de dapperheid onzer „troepen is de verovering van Java een feit geworden, en werd een „groot rijk, dat eeuwen lang, zijn aandeel had gehad in de macht en „den voorspoed van een der voornaamste en meest geëerbiedigde „staten van Europa, gewrongen uit de vuist van den Franschen gewelde naar, om het aanzien van het Britsche rijk te helpen verhoogen en „van een broeinest van vijandelijkheden en concurrentie eene parel te „worden aan de Britsche kroon. „Voor den onschatbaren dienst van dit te hebben bewerkstelligd, zal „Engeland voor goed de schuldenaar blijven, in de eerste plaats van zijn „heldhaftig leger en aan de kunde en de geestdrift zjjner officieren, maar „vooral ook aan de kalmte en zekerheid, aan den krachtigen wil van den „eminenten man, die aan hun moed den weg ter overwinning aanwees". In Oenarang hield het overblijfsel der Hollandsche legermacht nog eenmaal stand; echter voor niet meer dan enkele oogenblikken. Van hier vluchtte generaal Janssens naar Salatiga, en daar hij bleef weigeren om zich gevangen te geven, stuurde Sir Samuel Auch- mutby eene kleine troepenafdeeling onder bevel van kolonel Gibbs op hem af. Toen evenwel deze colonne Oenarang tot op 5 mijlen genaderd was, ontmoette haar de Brigadier-generaal Winkleman met de door den Engelschen bevelhebber aangeboden en na lang aarzelen door generaal Janssens geteekende capitulatie. Eene compagnie infanterie werd daarop met het noodige geschut naar Salatiga gezonden om het fort aldaar in bezit te nemen, waarop kolonel Gibbs met de overige troepen naar Oenarang terugkeerde De redactie achtte het niet onbelangrijk deze, haar aangeboden, vertaling van een Engelsche beschrijving der voor ons zoo treurige gebeurtenissen van 1811 in ons tijdschrift te publiceeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 341