BE GEWIJZIGDE HERDRUK VAM HET VOORLOOPIG VOOR SCHRIFT VOOR DE SCHIETOEFENINGEN MET HET GEWEER M. 95 BIJ DE INFANTERIE. Na ongeveer twee jaren in gebruik te zijn geweest, is van het V. V. voor de schietoefeningen enz. een herdruk verschenen, waarin enkele nu reeds noodig geachte wijzigingen werden aangebracht. Deze zijn echter m.i. niet alle verbeteringen, hetgeen uit het volgende moge blijken. De nieuwe titel „Voorloopig Schietvoorschrift voor de Infanterie" is korter dan de vroegere, maar ook minder juist, daar hij niet weer geeft wat in het voorschrift is opgenomen. Volgens de etymologie van het woord zou nl. een schietvoorschrift alleen bepalingen voor het schieten mogen bevatten, doch behalve deze zijn in ons voor schrift nog opgenomen aanwijzingen en bepalingen betreffende de oefeningen, welke het schieten naar de schijf behooren vooraf te gaan of in onmiddellijk verband daarmede staan, zoomede bepalingen betref fende het materieel, de munitie, enz. Ik acht daarom den vroegeren titel beter dan den tegenwoordige, te meer daar het Voorschrift voor de schietoefeningen met de revolver bij de Infanterie niet is op genomen. 1. le alinea. Naast het hoofddoel der schietoefeningen: „de Infanterie dien graad van bedrevenheid in het schieten te doen ver- krjjgen, welke noodig is voor een juist gebruik van haar vuurwapen in het gevecht", is als tweede doel toegevoegd „hare schietvaardigheid zoo hoog mogelijk op te voeren" m.a.w. het vormen van juistheids- schutters. Dit laatste dient m. i. te vervallen, daar het voorschrift slechts zeer weinig vrijheid laat tot het vormen van juistheidsschutters (alleen de scherpschutters, die aan de overgangsbepaling van 136 Alle verandering- is g-een verbetering-.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 349