872 ven zoo in te richteD, dat in het midden daarvan eene figuur komt te staan. Dit is bij de viermansschijf niet het geval en ik vrees daar om, dat de uitkomsten op deze schijf in 't algemeen minder zullen zijn, dan bijv. op eene schijf van dezelfde breedte, waarop slechts drie figuren zijn aangebracht met 50 c.M. tusschenruimte, dus als bij de staande open tirailleurschijf. 72. geeft eene andere indeeling dan de tekst en dan 9. "Vol gens den tekst zou 72 moeten luiden: De schietoefeningen worden onderscheiden in: I de voorbereidende schietoefeningen, II het schieten naar de schijf. a de gewone individueele oefeningen, b de gewone gezamenljjke oefeningen, c het gevechts8chieten. Daar bij den „Grondslag van het onderricht en algemeene bepa lingen" alleen bet gevechtsschieten in zijn geheel besproken wordt, acht ik het beter 9 te doen luiden als nu 72. 100, 5e alinea. Yoor afgerichte manschappen is deze bepaling zeer doelmatig, niet echter voor recruten, wier schietkunst slechts zelden zoo ver zal gaan, dat zij hun schot kunnen verbeteren. In verband hiermede acht ik het dan ook wenschelijk voor het schieten der recruten de beste geweren te kiezeD, zooals vroeger was bepaald in 108a en niet, dat ieder zoo veel mogelijk met zjjn eigen geweer schiet 106 van den herdruk). De slechte schutter is nl. geneigd zijne slechte uitkomsten bij het schieten aan het geweer, en niet aan zich zelf te wijten en dit wordt voorkomen door voor de oefeningen der recruten (en ook eventueel voor de achterlijken in het schieter) goede geweren te kiezen. In 108 is het woord soortgelijke weggelaten, dat er vroeger wel bij stond 110). Waarschijnlijk is het de bedoeling dat deze soort van oefeningen ook in den recrutentijd gehouden worden duidelijk staat het er echter niet. 111. Dat ik vooroefeningen met scherpe patronen in den recruten tijd niet direkt noodig acht, deelde ik reeds vroeger mede (No. 6 van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 352