879 „Soweit die wenigen deutschen Hafen nicht ausreichen, sollten Uebereinkommen mit solchen Staaten angebabnt werden, deren Geg- nerschaft so gut wie ausgeschlossen iat. Diese müszten Deutschland die Anlagen von Kohlendepots in den geeigneten Hafen gestatten, derart, dasz für unsere Kriegsschiffe die Garantie genügender Koh- lenversorgung jederzeit gegeben ist 1)." Met welke staten zal het Duitsche Rijk een dergelijk „Uebereinkom men" kunnen sluiten, zonder dat daarbij dwang gebezigd wordt? Zoolang vrede heerscht, is zoo'n overeenkomst onnoodig, want tegen betaling zijn in elke haven kolen verkrijgbaar; maar in tijd van oorlog? Mag een neutrale staat toestaan, dat de marine eener oorlogvoerende mogendheid zich in zijne havens van kolen voorziet? Over het algemeen worden steenkolen, en zeer terecht, als oorlogs contrabande beschouwd. Het is dus een neutralen staat verboden toe te staan, dat oorlogsschepen eener krijgvoerende mogendheid in zijn gebied hun kolenhokken geheel vullen. Hoogstens mag hij zoo veel afgeven als noodig is om het betrokken schip in staat te stellen de naastbijzijnde haven van het eigen land te bereiken. Hetzelfde geldt voor levensmiddelen 2). Evenmin mogen oorlogsschepen gebruik maken van inrichtingen in neutrale havens om schade, in een gevecht toegebracht aan hunne slagvaardigheid niet aan hunne zeewaar digheid te herstellen, bv. reparatiën aan de pantseringen, het geschut, enz. Het is de plicht van den onzijdigen staat hiertegen te waken en zich zelfs gewapenderhand te verzetten, wil hij niet in den strijd betrokken worden. Neemt men nu het geval aan, dat eene botsing der mogendheden in Oost-Azië plaats heeft, dan zal Duitschland voor den toevoer van manschappen, oorlogsbehoeften, enz. convooien uitzenden, welke op 1) Internationale Revue über die gesammten Armeen und Flotten, August 1898 Eisenbalinen, Telegraphen und Kohlen," 2) Bepalingen door de Nederlandsche Regeering uitgevaardigd tot bewaring eener volkomen onzijdigheid Art. 4 [20 Juli 1870.] In liet besproken geval zou echter deze bepaling ten opzichte van Indië misplaatst zijn. Door een Duitsch eskader toe te staan zich te Emmahaven van proviand en kolen te voorzien, genoeg om Kiaotschou te bereiken, zou men eene krijgvoerende mogendheid bevoordeelen in hare oorlogsdaden, hetgeen strijdt met het oorlogsrecht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 359