881 ging der Nederlandsche zeegaten. Of dus de Marine wel in staat zal zijn te Emmahaven en in de Sabang-baai vreemde indringers te weren of in bedwang te houden, valt o. i. te betwijfelen. Men ver- gete niet, dat er in Indië zooveel kwetsbare punten zijn, welke be schermd dienen te worden 1). Wij hebben er hier slechts twee genoemd. Het is hier volstrekt de bedoeling niet de vlootplannen van den Minister van Marine te critiseerenalleen wenschen wij het feit te constateeren, dat de nieuwe, snelloopende kruisers wel in staat zul len zijn de nadering van vijandig gezinde schepen bijtijds te melden en dus de Kederlandsche bezittingen in Indië tegen een coup de main te beschermen, wanneer zij slagschepen of anders eene flinke landmacht tot onmiddellijke verdediging der kusten achter zich hebben. Dit zal bv. het geval zijn met de hoogst belangrijke zeeplaatsen Tandjong Priok en Soerabaja (men zal die plaatsen toch wel in het verdedigingsstelsel van Java opgenomen hebben), maar niet met Em mahaven, niet met Poeloeh Weh, niet met zooveel andere koleudepots op de buitenbezittingen, zooals bv. Makassar, Amboina, enz. Toch is het, in het belang van onze neutraliteit, een onafwijsbare eisch, dat deze kolendepots niet zoo maar voetstoots door eene kolen- behoevende mogendheid worden gebruikt, waar zeer veel kans toe bestaat. Laten de bovenaangehaalde woorden uit de „Internationale Revue" eene ernstige waarschuwing zijn. Wij hebben ons boven alleen tot Duitschland bepaald, omdat dit rijk op het oogenblik de grootste behoefte aan kolenstations en reparatiehavens heeft en dus het meest geneigd zal zijn van onze zwakheid gebruik te maken in den aanstaanden strijd. Echter zullen ook andere mogendheden het ons zeer lastig kunnen maken. Mocht het b v. tot de lang gevreesde botsing tusschen Rusland en Engeland komen, dan zal eerstgenoemd rijk zeker trachten Britsch-Indië met zijne vloot van de zeezijde te bestoken, terwijl het met zijne Aziatische troepen aan de landzijde zal ageeren. Wel is waar is Rusland's vloot nu nog niet berekend voor eeu 1) In 1893 (gedurende den Chineesch-Japanschen oorlog) ankerde ter reede van Ma kassar een Japansch oorlogsschip (komende van Europa met bestemming Japan) om kolen te laden. Dl. II, 1899. 59

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 361