893
Men vond het spoor en verder ging het in draf. Alvorens den weg
te bereiken, moesten eeuige natuurlijke hindernissen genomen worden.
Het spoor teekende zich thans duidelijk af, sloeg rechts in naar
Djati-Baroe. Op het grasveld naast de spoorbaan werd halt gehou
den en werden de regels van de jacht in herinnering gebracht,
terwijl tevens werd besloten het tempo voor dezen eersten keer niet
te snel te nemen en elkander na elke hindernis in te wachten. Ook
werd er nadrukkelijk op gewezen, dat alle hindernissen door den
vos genomeD, eveneens door alle jagers overwonnen moesten worden,
wilde men het recht niet verbeuren aan den eindrit te mogen deel
nemen.
Weldra werd de marsch vervolgd. Het spoor leidde spoedig van
den grooten weg af en nu begonnen de hindernissen, zoowel natuurlijke
als kunstmatige, waarvan er ruim een 30-tal genomen moesten worden.
De kunstmatige bestonden uit horden en bamboe's van 30a40c.M.
hoog, terwijl de natuurlijke voornamelijk waren heggen, zoowel le
vende als doode, en pisangstammen, welke op elkaar gestapeld lagen.
Na een vrij dicht kamponggedeelte in draf te zijn doorgere
den, werd weder voor een oogenblik den grooten weg gevolgd en
hier de galop aangenomen, die van nu af aan slechts voor een enkel
oogenblik afgewisseld werd door draf of stap. Eenmaal werd een
korte rust gehouden om de paarden op adem te laten komen.
Daar het spoor zich nu eens links en dan weder rechts van den
grooten weg bevond, waB er steeds afwisseling in het terreinkam
pongs, open vlakten, Chineesche graveu, heuveltjes enz. te veel om
op te noemen.
Al rijdende maakte de jagermeester de jagers opmerkzaam op het
al dan niet goed geplaatst zijn der kunstmatige hindernissen. Zoo
werden ongeveer 10 K. M achter den jagermeester afgelegd en zoo
wel ruiters als paarden wonden zich op, terwijl de animo, indien dit
mogelijk was, nog grooter werd.
Eindelijk omstreeks 8£ uur kreeg men den Targerangschen weg
en de daarachter liggende vlakte met hoogen spoordijk in het gezicht.
Het spoor liep tot over dien weg. Dadelijk commandeerde de jager
meester„Verspreiden", waarop in breede linie over de open vlakte op
den hoogen spoordijk, welke naar Tangerang voert, werd aangereden.