903
Sumatra. Eene kleine expeditie gaat naar de V Kota's en mag men
de loopende geruchten gelooven, dan gaat er ook nog eene gemengde
compagnie van het 10' bataljon naar Siak om daar als opvangnet te
fungeeren voor uitwijkende oorlogvoerenden. Het kan heel goed
zijn, zoo'n opvangende troep, maar hemelsche goedheid, wat moet een
compagnie daartoe doen. Aan bepaalde wegen gebonden is nog niet
eens een inlandeche bende, laat staan vluchtelingen, die uit den aard
hunner betrekking 'm smeren. Wel kan een dergelijke macht misschien
voorkomen, dat ook in Siak de vaan des oproers wordt ontrold, maar
dat is heel misschien 1).
Er waren natuurlijk mopperaars, die weer niet konden vatten, waarom
die expeditie zoo lang werd uitgesteld, toen er eenmaal toe besloten
was. Maar terecht halen de deskundigen de schouders op voor een
politieagent-argument, dat je gauw bij een standje moet zijn, om erger
te voorkomen. De deskundigen zijn natuurlijk onze generale staf
officieren, die terecht huizen boven den beganen grond. Nu moet
een dier heeren plotseling gedacht hebben, dat 't niet onaardig, of
onnoodig, dat weet ik niet zeker, was ook eens het oordeel te vragen
van den resident van Sumatra's O.-kust. Dat was weer een advies
meer. Wel wisten we alleen maar iets van den weg, die uit het
W. Daar de Y Kota's leidt en wisten we niets van dien uit het Oosten,
maar, never mind, er zou een advies komen, doch dat duurde nog
al lang, en zoo is de bedoelde expeditie langer uitgesteld dan wel
goed te noemen is. 't Gevolg daarvan is o. a., dat volgens de opper
vlakkige beschrijving, de vijand allen tijd en alle gelegenheid heeft
gehad zich krachtig te versterken.
Ook is er weer een schoone gelegenheid onbenut gebleven om a. s.
stafofficieren daar een practischen curcus te doen doorloopen, niemand
van die gestudeerde heeren werd toch aan die expeditie toegevoegd.
Toch was dit m. i. zeer noodig en nuttig geweest, liefst had een dier
heeren speciaal belast moeten worden met de verzameling van alle
mogelijke gegevens omtrent land en volk. Op dit gebied is in de Oost
nog zooveel te doen, dat men zich verbaasd afvraagt, hoe 't mogelijk
1) Ook ons is de reden van de detacheering dezer compagnie onbekend. Zou zij niet
bestemd kunnen zijn om de goedgezinde bevolking van Siak te beschermen? Daartoe
kan zij zeker goede diensten bewijzen. Red.