907
Ach de dagen
Onzer plagen
Lieve hoeder gaan voorbij.
Uit dit duister,
Rijst de luister
Van een nieuwe heerschappij.
Ik zie de kimmen,
Reeds ontglimmen,
Van een nieuw en goddelijk licht
Van de randen,
Dezer stranden,
Straalt mij zijn gloed reeds in 't gezicht.
Bedenk dit, en als ge dan niet getroost zult zijnzijt ge een
pessimist, hetgeen de eer heeft op te merken
Mayors.