912
Het militair recht in Nederlandsch-Indië,
onder redactie van Mr. C. A. Bergsma, Auditeur
militair in de 2de Mil.-Afdg. op Java. Semarang,
G. C. T. van Dorp en Co. 1899.
Met genoegen namen wij kennis van het nieuwe periodiek door den
heer Mr. C. A. Bergsma in het leven geroepen, waarvan de eerste twee
afleveringen voor ons liggen. Nogmaals verklaren wij, dat het onze
overtuiging is, dat er bepaalde behoefte bestaat aan een mil.-rechtskundig
tijdschrift hier in Indië; de vraag is slechts of ieder onzer die behoefte
voelt of ieder onzer er wel voldoende van doordrongen is, dat hij den
aangevangen arbeid door inteekening financieel steunen moet, wil het
tijdschrift levensvatbaarheid toonen.
De redactie vangt haar werk aan met een woord van inleiding, waarin
zij er op wijst, hoe zij tot bereiking van l^aar doel in hooge mate de
steun noodig heeft van de rechtskundige auditeurs-militair, en waarin
zij tevens de officieren tot een krachtige medewerking aanspoort.
Door het in het leven roepen van een vragenbus, hoopt de redactie
in staat te zijn tal van in het practische leven zich voordoende rechts
vragen te beantwoorden, dan wel deze vragen in ruimer kring bekend
te maken.
De heer Bergsma eindigt zijn inleidend woord met als zijn overtuiging
uit te spreken, dat wij officieren in deze goed voorgegaan door Z. E.
den Commandant van het leger hem onze belangstelling niet zullen
onthouden. Dit zij zoo
In de voor ons liggende afleveringen, waarin ons veel meer stof ge
leverd wordt, dan in de circulaire van uitgevers en redactie was toe
gezegd, treffen wij verscheidene belangrijke sententiën van het Hoog
Mil. Gerechtshof aan met nadere toelichtingen van de redactie.
Met veel belangstelling ook namen wij kennis van de toelichtingen,
gegeven tot verklaring der beteekenis van het Kon. Besluit van 17 April
1899, bevattende belangrijke wijzigingen in het bij Kon. Besluit van 19
Dec. 1889 N°. 35 (A. O. 1890 N°. 16) op nieuw geregelde strafstelsel.
Ten slotte vestigen wij de aandacht op de in het nieuwe tijdschrift
opgenomen rubriek „Opmerkingen", waarin de Redactie zich, blijkens een
door haar opgenomen noot, voorstelt een serie kantteekeniugen te maken
op in haar oogen kleine onnauwkeurigheden bij de behandeling der
strafprocedure begaan.
Nogmaals wenschen wij der firma van Dorp en haar ijverigen redacteur
het meest mogelijke succes toe.
Red.