WENKEN VOOR DE PRACTIJK. Internationale, beleefdheid. Altijd zijn in het verkeer tusschen beschaaf de volken zekere beleefdheidsvormen in acht genomen, zoowel in vredestijd, als gedurende den oorlog, wanneer men als tegenstander tegenover el kander stond. Het is zeker niet te veel gevergd, wanneer wij beweren, dat officieren willen zij tenminste aanspraak maken op den naam van gentleman verplicht zijn in deze het voorbeeld te geven en hunne collega's van vreemde legers in alle opzichten te respecteeren. Wanneer eenige vertegenwoordigers van eene vreemde natie zich bij eene openbare uitvoering vertoonen, is het veelal de gewoonte hen te begroeten met hun volkslied, onmiddellijk gevolgd door de eigen natio nale hymne. De beleefdheid eischt al staat zulks in geen enkele A. O. of voor schrift op de eerbewijzen dat beide volksliederen staande en met ont bloot hoofd worden aangehoord. In welk land men ook komt, overal zal men dit zien gebeuren. Des te meer zal het dus in het oog vallen, wanneer de „Koningin van het Oosten" het niet noodig vindt zich aan doze internationale vorm te houden. Tweemaal zagen wij, dat, toen de Zaterdagsche muziekuitvoering in Concordia te Batavia bijgewoond werd door eenige Oostenrijksche zee-officieren in uniform en te hunner eer het „Gott, erhalte Franz den Kaiser", gevolgd door het „Wien Neêrlandsch Bloed" gespeeld werd, nagenoeg niemand van het aanwezige burgerpu bliek en slechts eenigen van de aanwezige officieren deden, wat de be leefdheid eischt, terwijl de vreemdelingen allen oprezen en met ontbloot hoofd bleven staan, tot de muziek zweeg. Welk een indruk moet eene dergelijke onverschilligheid stugheid of verlegenheidop de buiten landers maken? Engelsehen, die hun vaderland verlaten om hun geluk in vreemde koloniën te beproeven, wat een rechtgeaard Engelschman nooit doet, worden hier met beleefdheden overladen; niemand waagt het anders dan Engelsch met hen te sprekenalleen te hunner eer gaan soms officieren zich speciaal op die taal toeleggen; het is dan ook zeker niet te veel gevraagd om eene bij alle beschaafde volken geëerbiedigde beleefdheidsvorm op te volgen. Al vindt het Bataviasche publiek het niet noodig dit te doen, laat dit dan geen reden zijn voor de officieren van ons leger zich tegenover buitenlandsche collega's even stug te gedra gen. Wij officieren, verheffen er ons zoo gaarne op in beleefdheid en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 395