926 Hoe gevuld onze boekenkast ook wezen moge, ik meen niet te overdrijven door te zeggen, dat wij een groot deel van ons weten danken aan de z.g. periodieken. Zjj in de eerste plaats stellen ons in kennis met de geschiedenis van het „Nu," met datgene dus waarin wij 't meest belangstellen. Door de ruime gelegenheid, die zij aan bieden voor openbaarheid, komen velen ertoe medewerking te ver- leenen; en 't goede gevolg is, dat een blik wordt gegeven in veler lei toestanden, die anders onbekend zouden blijven. Dat hierdoor het gemeenschapsgevoel stijgt, is duidelijk. Aan dezen nuttigen arbeid mogen wij ons niet onttrekken en met genoegen kunnen wij den steun aanschouwen, uit ons midden niet alleen aan militaire, maar ook aan niet militaire periodieken gege ven. Waar mededeelingen in de eerste uit den aard der zaak bijna uitsluitend een ernstig wetenschappelijk karakter zullen dra gen, zijn de laatste bovendien bijzonder geschikt voor luchtiger openbaarmakingen, ja zelfs deze zullen er in aanmerking geno men de meerderheid der niet-technische lezers den voorkeur ver dienen. Uitmuntend vind ik het, dat vele Ifederlandsch-Indische bladen zich voorzien van militaire correspondenten, wier betrekking ik mits goed opgevat zeer eervol acht. Hun is 't gegeven den leek te doordringen van de noodzakelijkheid van ons bestaan en van ons recht op waardeering door andere staatsmachten en particulieren hem te wijzen op ons plichtsbesef en streven naar verbeteringhem onze garnizoenen, kampementen en hospitalen binnen te leiden en een kijkje te gunnen in ons leven van alle dagen met zijn hoofddoel: oorlogsvoorbereiding, en zijn vele kansjes van geleerdheidsoverdrijving, kleingeestigheid of indommeling; hem te verhalen van onze ervaringen in den krijg met den gelukkig nog immer verkregen uitslag: hand having van de erfenis onzer Gouden Eeuw. Als de officier-correspondent zich de uitwerking van dit program ten doel stelt en met liefde tot de waarheid en onbevangen oog aan 't werk gaat, wel, het kan niet missen of hij zal zijn deel leveren aan 't verbeteren van ons Leger. En door in groote trekken een beeld te schetsen van zijn omgeving, zullen vanzelf op zijn teekening zoowel het licht als de schaduw vertegenwoordigd worden. Om de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 406