927 lichtplekken zal men zich verheugen, de oorzaak van de donkere plekken zal men trachten weg te nemen. Vaak zal juist het gebruiken van de algemeene pers eerder tot het doel doen geraken. Nog onlangs las ik hoe 't legerbestuur in Enge land geen gehoor had gegeven aan de vertoogen van een bevelhebber, doch zich haastte de door dezen gewenschte verbeteringen in te voeren toen de zaak toevalligerwijze ook in een der groote nieuwsbladen ter sprake kwam. Maar voor de vereischte goede opvatting ontbreken de waarborgen. Door min of meer aangeboren schroomvalligheid, komt men er vaak toe zijn opstellen met een pseudoniem te onderteekenen. En menigmaal levert zoo'n schuilnaam minder zekerheid voor waarheid op dan de eigen naam. Want een pseudoniem heeft dit gemeen met een vastenavondmasker, dat achter een speelsch, onschuldig-lijkend uiterlijk een kwade hatelijke tong verborgen kan zijn, Niet ieder weet maat te houden en velen verdwijnen vóór het démasqué. Hiertoe komt het zelfs bij 't bezigen van een pseudoniem meestal niet, veilig als de schrijver zich weet achter de stilzwijgendheid der gastvrije redactie. Voor ik verder ga, wil ik in eenige bijzonderheden treden over de nadeelen verbonden aan 't pseudoniemengebruik. Gemakshalve pas ik weer de reeds gebruikte verdeeling in militaire en niet-militaire perio dieken toe. Wat ik voor de periodieken zeg, geldt vrijwel ook voor t schrijven van boeken, die een militair of een meer algemeen karak ter bezitten. In ons I. M. T. komen veel schuilnamen voor. De reden daarvan wil ik thans niet nagaan. Het nadeel, dat ik bijzonder op het oog heb, nl. de verleiding tot meer zeggen dan men kan verdedigen, laat zich hier zoo goed als niet gevoelen. Daar waakt de deskundige kring van lezers voor. Toch moet ik opmerken hoe het reeds is voorgekomen, dat een pseu doniemgebruiker harder in uitdrukkingen was dan hij waarschijnlijk zou geweest zijn, indien hij met vollen naam had onderteekend. De lezers van ons tijdschrift zullen zich, ook zonder nadere aanduiding, nog wel enkele voorbeelden van dien aard kunnen herinneren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 407