939 noodig die donkere punten te toetsen aan de waarheid en het licht te doen vallen op die plaatsen, welke te zwart zijn geteekend dan wel uit onbekendheid ter zijde zijn gelaten. Betreffende de remonteering in Nederland merkt schrijver op, dat niemand in ernst zou willen voorstellen om de Nederlandsche cavalerie te gaan remonteeren met Brabantsche of Geldersche paarden. De Nederlandsche artillerie wordt niet genoemd, anders had schrijver er op moeten wijzen, dat zij zich reeds grootendeels remonteert met inlandsche paarden, hetgeen ook blijkt uit het feit, dat op 1 April 1898 bij het Remonte-Depot te Milligen 171 inlandsche paarden tegen 63 Ieren, alle bestemd voor de artillerie, aanwezig waren. Zonder twijfel is men in Nederland met de verbetering van het paardenras nog niet ver genoeg gevorderd om de cavalerie met inlandsche paarden te remonteeren; evenwel de omstandigheid, dat in het afgeloopen jaar eenige Geldersche landbouwvereenigingen besloten een adres aan de Regeering te richten om in beginsel te doen aan nemen alle benoodigde paarden voor de beide bereden wapens bin nenslands aan te koopen, geeft mij aanleiding tot de bewering, dat wel in ernst aan dat ideaal wordt gedacht. De groote steun, welke de fokkerij in Nederland steeds heeft ondervonden van het Ministerie van Oorlog (thans ressorteert die steun onder de nieuwe afdeeling voor landbouw), wijst er m. i. op, dat men wel degelijk hoop koestert eenmaal te kunnen geraken tot den eenigen zuiveren toestand, d. i. eene remonteering geheel onafhankelijk van het buitenland. Dat die toestand in Nederland niet spoedig zal worden bereikt, heeft voorna melijk tot oorzaak, dat de belangen van de fokkers het vooralsnog meebrengen meer te werken naar de eischen van den buitenlandschen opkooper van luxepaarden dan naar die gesteld door de remonte. Ook het militair departement in Engelsch-Indië heeft met kracht de zaak van verbetering van het paardenras ter hand genomen en tracht o.m. dat doel te bereiken door invoer van Engelsche, Aus tralische, Arabische en Perzische dekhengsten, welke onder militair toezicht staan. Het bezwaar, dat men bij de remonteering met groote paarden geen reserve zou hebben in tijd van oorlog, noemt schrijver meer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 419