569 de draagkracht van de koloniën verre te boven, doch is gelukkig ook niet noodig. Deze wetenschap zal ons moeten doen besluiten om het veel goedkoopere inlandsche element (1) zooveel doenlijk te gebruiken, erop rekenende dat, als uiterste krachtsinspanning noodig is, dit element voor tijdelijke legeruitbreiding uitsluitend zal moeten worden gebruikt. In normale omstandigheden moet dus de verhouding zoodanig zijn, dat uitbreiding van het inlandsche ele ment in abnormale tijden mogelijk is zonder de innerlijke kracht van het leger te schaden. Met dezen eisch zal onze legerformatie rekening dienen te houden. Hoe zwaar bij mij deze kwestie weegt, wordt duidelijk, als ik hier mijne overtuiging bloot leg, dat wij veel minder dan half werk doen, als wij van onze bezittingen alleen een zeer klein deel, Java, ver dedigen tegen een aanval van buiten. Java is zeer zeker het waard volste van al or ze bezittingen, maar dit is het alleen zoolang ook al het overige Nederlandsch is. Die meerdere waarde van Java toch is grootendeels een uitvloeisel van onze beperkte krachten, die slechts toelaten om heel langzaam en geleidelijk ook het overig deel van Insulinde tot ontwikkeling te brengen. Zoodra onze overige bezittingen zijn overgegaan in krachtiger hand, zal daar de ontwikkeling met geweldige sprongen het achtergeblevene inhalen; spoedig zal Java overvleugeld zijn, om ten slotte voor het moederland nog een lastpost te worden. Dat ik niet overdrijf zal binnen eenige jaren wel blijken als de ereenigde Staten van Noord-Amerika een tijdlang in het rustig bezit zullen zijn der Philippijnen, gesteld dat de geschiedenis van het Zuidelijk deel van het schiereiland Malakka het nog niet voldoende overtuigend geleerd heeft. Het is dan ook mijne vaste overtuiging, dat langzamer hand de meening, dat wij alleen Java hebben te verdedigen, zal verdwijnen en dat dientengevolge van leger en vloot in de koloniën zal worden geëischt, dat zij elk onderdeel van Insulinde, met meer of minder kracht, naarmate van de belangrijkheid, zullen verdedigen tegen vreemd geweld. Opdat het leger zijn deel van die taak naar (1) De schatting1 is gemaakt, dat 5 inlanders in kosten met 8 Europeanen gelijk staan, doch in werkelijkheid is die verhouding voor inlanders nog gunstiger, omdat niet in re kening werd gebracht, dat Europeanen meer aan ziekten onderhevig zijn, dus meer aan den dienst onttrokken zijn en bovendien meer kosten aan verpleging.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 41