940 denkbeeldig dan juiet. Oogenschijnlijk is dit bezwaar op te heffen door het oprichten van een sterk depotdat depot zou dan niet alleen sterk maar zeer sterk moeten zijn en zijne financieele gevol gen zouden niet gering wezen. Evenwel met de oprichting van een dergelijk depot zou men nog geene waarborgen hebben over paarden te kunnen beschikken, wan neer men ze noodig heeft. Komt het tot een oorlog tusschen twee staten, dan ziet men niet zelden, dat reeds jaren te voren de eene staat den anderen moei lijkheden in den weg legt en zoo zou zeer waarschijnlijk, indien politieke verwikkelingen rezen tusschen Engeland en Nederland, een eerste gevolg daarvan zijn, dat de uitvoer van Australische paarden naar onze koloniën zou worden bemoeilijkt dan wel geheel verbo den. Ook eventueele andere bronnen geven mij om dezelfde reden geen voldoenden waarborg. In de omstandigheid, dat in een kolonie met zooveel andere zaken (officieren, Eur. soldaten, muildieren, geschut, enz.) hetzelfde geval zich voordoet, n.l. dat er geen reserve voor oorlogstijd bestaat, ziet schrijver eene reden om het nadeel gering te wegen, indien ook paarden onder die categorie moeten worden gebracht. Meer logisch had ik het gevonden, indien schrijver had gezegd, dat wij reeds ten opzichte van tal van hulpmiddelen in de zoo ongunstige omstan digheid verkeeren om over geen reserve te kunnen beschikken en het daarom dringend noodig is zorg te dragen, dat zulks met paar den spoedig wel het geval moge zijn. Dat men in Europa ten dezen opzichte in veel gunstiger omstan digheden verkeert, is voor mij allerminst eene reden om van dien gunstigen toestand nog verder af te dwaleD, doch moet een spoor slag zijn om alles in het werk te stellen hier ook dien toestand te verkrijgen. Hetzelfde geldt, waar schrijver klaagt over de moeilijkheid om werkelijk goed gebouwde, deugdzame paarden te krijgen bestaat die moeilijkheid, welnu, laat ons dan alle pogingen in het werk stellen om dien toestand te verbeteren, doch laat ons niet zeggen: het begint lastig te worden, dus wij eindigen er mede". Niet voor dat verbetering onmogelijk is gebleken, mogen wij den strijd opgeven! In enkele aanteekeningen onder aan de bladzijden van des schrijvers

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 420