DE SCHOOTSTAFEL TOOR HET GEWEER M. 95 EN DE SPREIDING VAN HET BUNDELVUUR. Deze tafel, onlangs gearresteerd en in druk verschenen, stelt ons in staat de ballistische eigenschappen van het nieuwe wapen nauw keurig te bestudeeren. Bij die studie trekken vooral de gegevens, die betrekking hebben op de spreiding en dus op de trefkans van het wapen, de aandacht. Het zijn dan ook meer speciaal deze cijfers, die wij in dit opstel wenschen te bespreken. Eene nauwkeurige beschouwing van de opgegeven hoogtespreidin gen doet spoedig leiden tot het besluit, dat de hierop betrekking hebbende opgaven langs empirischen weg bepaald zijn. Onmiddellijk blijkt dit uit het feit, dat in de tafel een fout voorkomt, die practisch van geen belang is, maar die dat theoretisch wel is, aangezien de tafel er door in strijd komt met de wet, dat de hoogtespreidingen sneller aangroeien dan de drachten. Op 100 M. is de hoogtespreiding te groot opgegeven. De tafel geeft hiervoor 13 c.M. aan en op 200, 300, 400 en 500 M. vinden we 23, 35, 48 en 64 c.M. Deze opgaven zijn blijkbaar met elkaar in strijd en kunnen onmogelijk alle juist zijn. Neemt men aan, dat het eerste cijfer juist is, dan zijn de volgende persé foutief en omgekeerd. Daar nu alle opgaven a, priori evenveel vertrouwen verdienen, kau men tot geen ander besluit komen, dan dat het eerste cijfer onjuist is. Trouwens wanneer men de opgegeven spreidingen grafisch voorstelt en door de aldus geconstrueerde punten een vloeiende kromme lijn trekt, blijkt duidelijk, dat de ordinaat van het eerste punt te groot is. Wanneer we nu de opgave der hoogtespreiding op 100 M. als foutief of onbetrouwbaar ter zijde stellen, en de overige getallen beschouwen als door directe meting te zijn verkregen, kunnen wij met behulp van de interpolatie-formule

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 425