949
zegt in zijn pas verschenen werk (Kennis der Artillerie voor de
cadetten der andere wapens) op bladzijden 239jny 240, dat de sprei
ding van den bundel op de korte afstauden veel grooter zal zijn dan 5
maal die van het enkele wapen, omdat de fouten in den richthoek
zich daar zoo sterk doen gevoelen. Geen enkel reglement hakt echter
tot nu toe den knoop door. Het voorloopig voorschrift geeft uit
den aard der zaak geen enkele reden op, die tot aanneming van het
getal zeven geleid zou kunnen hebben. Het eeuige, wat ons omtrent
het bundelvuur gewerd, is vervat in de bijlage der missive van de
Commissie tot baanbepaling van de karabijn van 2 Augustus 1898
No. 6. Daarin wordt voor afstanden van 800 tot 1100 M. opgege
ven, dat voor goede schutters de LS60 50 M. is, terwijl we
tot 1000 M. de HS60 opgegeven vinden, welke gegevens later ter
sprake zullen komen.
Alleen de le Luitenant der Artillerie J. U. van Loon brak in zijn reeds
boven aangehaald tijdschriftartikel met bet beginsel eener constante
verhouding. Duidelijk wordt daarin aangetoond, dat voor de verschil
lende afstanden geen vaste verhouding is aan te geven. De daar
gevonden interpolatie-formule H 2 w tg 1/ x2 -j- y2 cut2 2a steit
ons echter in staat, de gegevens voor de bundelspreiding at te leiden
Om deze formule geBchikt te maken voor het bundelvuur heeft
men slechts de waarden van x en y te bepalen, die bij dit vuur
behooreD, waarna zij geheel op dezelfde wijze als bij het enkele
wapen kan worden toegepast.
Het zij hier opgemerkt, dat x in deze formule de verhouding
voorstelt tusschen de Y0 en de spreiding of 50 °/0 spreiding der V0 en
y de spreiding of 50 °/0 spreiding van den schootshoek, uitgedrukt
in lengte van den boog ten opzichte van zijn straalen wel spreiding
of 50 °lo spreiding, naar gelang men do totale dan wel de 50 °/0 sprei
ding berekenen wil.
Om nu de waarde van x te vinden, die bij het bundelvuur behoort,
hebben wij bij gebreke van andere gegevens gebruik gemaakt van
de uitkomsten eener serie van schietproeven bij de Pyrotechnische
Werkplaats met 12 geweren M. 95 gehouden. Iedere serie bestond
uit twining schoten, waarbij steeds de V0 werd bepaald. De ge
middelde Y0 hierbij voor ieder wapen gevonden, bleek te zijn: